In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Referentiekader in communicatie
4e jaar
Slide 1 - Tekstslide
onderwijs.hetarchief.be
Slide 2 - Link
Referentiekader: geef 2 normen die het referentiekader van de Noord-Koreanen beïnvloedt.
Slide 3 - Open vraag
Referentiekader: geef 1 opvatting of overtuiging die het referentiekader van Noord-Koreanen beïnvloedt.
Slide 4 - Open vraag
Waar zie je in het fragment dat het verschil in referentiekader tussen Tom en de Noord-Koreanen een impact heeft op de interactie?
Slide 5 - Open vraag
Het referentiekader van de Noord-Koreanen wordt beïnvloed door ...
A
primaire socialisatie
B
secundaire en tertiaire socialisatie
C
primaire en secundaire socialisatie
D
primaire, secundaire en tertiaire socialisatie
Slide 6 - Quizvraag
Noord-Koreanen worden zo geïndoctrineerd dat ze de dictatoriale leider als hun goede vader beschouwen. Welk systeem van Bronfenbrenner beïnvloedt hun referentiekader?
A
microsysteem
B
mesosysteem
C
exosysteem
D
macrosysteem
Slide 7 - Quizvraag
Welke ruis is er in de communicatie tussen Tom en de Noord-Koreanen?
A
fysieke ruis
B
fysiologische ruis
C
psychologische ruis
D
semantische ruis
Slide 8 - Quizvraag
Als Tom de vrouwelijke militaire vraagt hoe ze haar toekomst ziet, wordt ze heel ongemakkelijk.
bewust
onbewust
impliciet
onbedoeld
bedoeld
Expliciet
Slide 9 - Sleepvraag
De vrouwelijk militair ... de boodschap van Tom.
A
aanvaardt
B
verwerpt
C
negeert
Slide 10 - Quizvraag
Welk axioma van Watzalawick herken je in het gesprek tussen Tom en de vrouwelijke militair? Leg uit.
Slide 11 - Open vraag
In welke sector van de roos van Leary bevindt de vrouwelijke militair zich?
A
meewerkend
B
afhankelijk
C
teruggetrokken
D
helpend
Slide 12 - Quizvraag
de binnenkant van communicatie van de vrouwelijke militair
Slide 13 - Woordweb
Waarom zijn de gidsen gemotiveerd om Tom Waes rond te leiden in hun land, volgens de ZDT?
A
externe druk
B
interne druk
C
Ze vinden de activiteit betekenisvol.
D
interesse voor de activiteit
Slide 14 - Quizvraag
De theorie van Maslow past het best in ... culturen.
A
individualistische
B
collectivistische
Slide 15 - Quizvraag
Ze zijn intrinsiek/extrinsiek, autonoom/gecontroleerd gemotiveerd.
A
intrinsiek - autonoom
B
intrinsiek - gecontroleerd
C
extrinsiek - autonoom
D
extrinsiek - gecontroleerd
Slide 16 - Quizvraag
Welke behoefte van Maslow kunnen de Noord-Koreanen niet nastreven?
A
behoefte aan veiligheid en zekerheid
B
behoefte aan waardering
C
behoefte aan zelfactualisatie
D
sociale behoefte
Slide 17 - Quizvraag
Zelfactualisatie is een ...
A
zijnsbehoefte
B
deficiëntiebehoefte
Slide 18 - Quizvraag
De Noord-Koreanen geven geen kritiek of gaan niet in tegen de regels.
A
fysiologische behoefte
B
behoefte aan veiligheid en zekerheid
C
waarderingsbehoefte
D
sociale behoefte
Slide 19 - Quizvraag
emoties in Noord-Korea
Slide 20 - Woordweb
Noord-Korea is een individualistische/collectivistische cultuur dus huilen is aanvaard/taboe.
A
individualistisch - aanvaard
B
collectivistisch - taboe
C
collectivistisch - aanvaard
D
individualistisch - taboe
Slide 21 - Quizvraag
Welke emotieregulatiestrategie gebruiken de Noord-Koreanen vermoedelijk het vaakst?
A
afleiding zoeken
B
de emotionele reactie onderdrukken
C
de situatie herbeoordelen
D
de emotie aanvaarden
Slide 22 - Quizvraag
Welk aspect van emotie probeer je met deze strategie te controleren?
A
subjectieve component
B
gedragscomponent
C
fysiologische component
Slide 23 - Quizvraag
Welke vorm van huilen zal je bij de Noord-Koreanen eerder zien volgens Ad Vingerhoets. Waarom?
Slide 24 - Open vraag
De boosheid die Tom soms voelt door het systeem is: