Zinsontleding - naamwoordelijk gezegde

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Wanneer is een zinsdeel een voorzetselvoorwerp?

Bedenk een zin met een voorzetselvoorwerp

Benoem het onderstreepte zinsdeel:

Wie wil je allemaal een uitnodiging mailen?

Leg het verschil uit tussen een bijwoordelijke en een bijvoeglijke bepaling.

Leg het verschil uit tussen een bijvoeglijke bepaling en een bijstelling

Schrijf van beide zinnen de werkwoorden op:
De profielfoto van Brigitte is sinds gisteren veranderd.
De profielfoto is erg origineel

De profielfoto van Brigitte is erg origineel.

Is = koppelwerkwoord

Een koppelwerkwoord kan niet voorkomen in een werkwoordelijk gezegde.

Als er een koppelwerkwoord in de zin staat, is er een NAAMWOORDELIJK gezegde.

Werkwoordelijk deel: is (persoonsvorm)

Naamwoordelijk deel: erg origineel (gekoppeld aan het

onderwerp) 

Dat boek is interessant

Je boodschap is mij duidelijk geworden

Huiswerk voor dinsdag

Blok 4 grammatica maken opdracht 3, 4 en 5

leren theorie in het gele blok op blz. 170