In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Groen
Les 4.3; Zaaien en stekken
Slide 1 - Tekstslide
Doelen
Aan het einde van de les:
Ken je verschillende manieren van vermeerderen.
Ken je verschillende manieren van zaaien.
Weet je wat stekken is.
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je nog van de vorige les?
Slide 3 - Woordweb
Slagmes
Draadkop
Haksel-mes
Zaag-blad
Slide 4 - Sleepvraag
Slide 5 - Sleepvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Is er op de foto sprake van precisie zaai? Geef ook aan waarom.
A
Ja, want er is in een rechte lijn gezaaid.
B
Nee, want de afstand tussen de zaadjes in de rij is niet gelijk
C
Ja, want de zaadjes zijn netjes in een rij gezaaid
D
Nee, want er is breedwerpig gezaaid
Slide 9 - Quizvraag
Wat zijn twee voordelen van op rijen zaaien?
A
Makkelijker oogsten en bestrijden van onkruid
B
Makkelijker zaaien en kweken van onkruid
C
Makkelijker zaaien en
bestrijden van onkruid
D
Makkelijker oogsten en kweken van onkruid
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Je werpt graszaad waarbij je de zaden zo goed als mogelijk verdeelt over het oppervlak. Er is hier sprake van.....
A
Precisiezaai
B
Breedwerpig zaaien
C
Poten
D
Generatieve vermeerdering
Slide 13 - Quizvraag
Je stopt een aantal bloembollen keurig op een rij in de grond. Er is hier sprake van......
A
Precisiezaai
B
Breedwerpig zaaien
C
Poten
D
Generatieve vermeerdering
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Wat betekent; een plant stekken?
A
De bloemen van de plant afhalen
B
Nieuwe aarde in een bloempot doen
C
Het is een manier om meer planten te krijgen
D
Een plant planten op een goede plek (stekkie)
Slide 20 - Quizvraag
Hoe noem je het maken van plantenrassen met betere eigenschappen?
A
Stekken
B
Precisiezaai
C
Oogsten
D
Veredelen
Slide 21 - Quizvraag
Vegetatieve vermeerdering
Generatieve vermeerdering
Kans op ziektes verminderen door een sterke moederplant te nemen.
De “nakomelingen’ zijn gelijk aan de moederplant
Door planten van hetzelfde soort maar met verschillende eigenschappen met elkaar te combineren, kunnen er nieuwe plantensoorten ontstaan.
Ongeslachtelijke voortplanting
Geslachtelijke voortplanting
Slide 22 - Sleepvraag
Stekken
Stekken is een manier van ongeslachtelijke voortplanting.
Dezelfde genetische eigenschappen geef je door. Dezelfde chromosomen en dus hetzelfde genotype. Het fenotype kan toch anders zijn want de leefomstandigheden zijn nooit 100% hetzelfde.
Slide 23 - Tekstslide
Stekken
Bij het stekken halen we een deel van de plant van de moederplant weg en plaatsen deze in water of in de vochtige grond. Sommige planten ontwikkelen dan nieuwe wortels en kan zo een nieuwe plant worden.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Stekken van bladeren
Slide 26 - Tekstslide
Uitlopers stekken
Slide 27 - Tekstslide
Wat is het meest belangrijk als je een moerplant kiest?
A
Dat de plant sterk en gezond is
B
Dat de plant mooi bloeit
C
Dat de plant snel groeit
Slide 28 - Quizvraag
Benoem A en B
A
A= Topstek
B= Bladstek
B
A=Stamperstek
B= Topstek
C
A=Kopstek
B=Bladstek
D
A=Kopstek
B=Stamperstek
Slide 29 - Quizvraag
Wat weet je nu dat je aan het begin van deze les niet wist?
Slide 30 - Open vraag
Terug- en vooruitblik
Nu weten we meer over zaaien en stekken.
Tijdens de praktijkles gaan we naar buiten.
Slide 31 - Tekstslide
Ik vond deze les ....
😒🙁😐🙂😃
Slide 32 - Poll
Soms maakt een plant zelfs stekjes
Slide 33 - Tekstslide
Stekvormen
Hielstek: zijtak met stengelweefsel
Kop- en tussenstek: bovenste of tussenstuk van stengel
Wortelstek: ondergrondse stengels of wortelstokken
Bladstek: planten vormen op blad nieuwe plant
Winterstek: in winter (rustperiode) takken van heester knippen en in de grond zetten
Slide 34 - Tekstslide
Welk deel van de plant gebruik je om een winterstek te maken?
A
de bladeren van wintergroene heesters
B
de ondergrondse wortels van wintergroene heesters
C
de koppen van een plant in de winter
D
de takken van een heester in de winter
Slide 35 - Quizvraag
Welk kenmerk hoort bij een heester en NIET bij een boom?
A
Overblijvende plantsoort
B
Is houtachtig en vertakt zich direct bij of al in de grond