Breking bij lenzen 2

Pak je spullen:
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Pak je spullen:

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Breking bij lenzen: deel 2
  • Quiz 
  • Demo scherpstellen
  • 5 min. lezen
  • Uitleg & Demonstratie Constructie Lenzen
  • Opgaven maken
  • Formatieve vragen

Slide 2 - Tekstslide

De rode lichtstralen komen uit het punt links, waar ze elkaar raken.

Is dit een brandpunt?
A
Nee
B
Ja

Slide 3 - Quizvraag

Waarom is punt links waar de stralen vandaan komen en elkaar raken GEEN brandpunt?
A
Het is geen lens, maar een balk.
B
De stralen lopen rechts niet evenwijdig.
C
Het brandpunt ligt rechts.
D
Het brandpunt ligt aan de andere kant.

Slide 4 - Quizvraag

Is het punt B waar de stralen samenkomen een brandpunt?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Waarom is punt B geen brandpunt.
A
Omdat hij niet op de optische as ligt.
B
Omdat de stralen links niet evenwijdig lopen.
C
Omdat de stralen uit het brandpunt moeten komen.
D
Omdat het aan de andere kant moet liggen.

Slide 6 - Quizvraag

Brandpunt
Brandpunt = Het snijpunt van de stralen die evenwijdig op de lens vallen. 

Brandpuntsafstand (f) = de afstand van een brandpunt tot het optische midden van een lens. 

Slide 7 - Tekstslide

Heeft een holle lens een brandpunt?
A
Nee, want de stralen komen nooit bij elkaar.
B
Nee, want je kunt niks scherpstellen met een holle lens.
C
Ja, maar je moet de stralen heel schuin laten gaan.
D
Ja, dat is punt F.

Slide 8 - Quizvraag

Doel van deze les
  • Je kunt de begrippen convergerend en divergerend uitleggen.

  • Je kunt construeren waar een scherp beeld bij een bolle lens ontstaat.

Slide 9 - Tekstslide

Lichtbundels
Je hebt 3 soorten lichtbundels:
  • Divergente lichtbundel

  • Evenwijdige lichtbundel

  • Convergente lichtbundel

Slide 10 - Tekstslide

Ezelsbruggen
  • Bolle lens positief +, omdat het licht concentreert:
    Meer intens maakt, in het brandpunt.
  • Holle lens negatief -, omdat het licht 'verdunt'
  • Bolle lens is convergerend. 'con' is Spaan voor 'met':
    licht komt bij elkaar
  • Holle lens is divergerend. Denk aan diversiteit = verscheidenheid: het gaat uit elkaar


Slide 11 - Tekstslide

                   Ezelsbruggen
  • Nog beter!
  •                                Verzin je eigen ezelsbrug


    Simulatie

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig lezen 6.3, deel 1
5 min. alleen & in stilte

Lees in je boek blz:
191 t/m 193
tot (dus niet met) 'De vergrotingsfactor opmeten'

  • Schrijf vragen op
  • Maak een samenvatting
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Waar wordt een voorwerp scherp afgebeeld?
  • 3 hulplijnen
    -door het midden van de lens
    -evenwijdig en dan door het brandpunt
    -door het brandpunt en dan evenwijdig

    Let op!      Stippel stralen en lenzen door
    om de constructie mogelijk te maken.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Werken met overleg
Opgaven: 28, 31: a,b,c, 30a, 29, 33 blz. 195

Extra uitdaging:
Lees blz. 193, 194
en maak de overige opgaven

Huiswerk: 28, 31: a,b,c, 30a, 29, 33 blz. 195
timer
20:00

Slide 16 - Tekstslide

Doel van deze les
  • Je kunt de begrippen convergerend en divergerend uitleggen.

  • Je kunt construeren waar een scherp beeld bij een bolle lens ontstaat.

Slide 17 - Tekstslide

Lichtbundels
Hoe heet de bovenste bundel?

A: Divergerenve lichtbundel

B: Evenwijdige lichtbundel

C: Convergerende lichtbundel

Slide 18 - Tekstslide

Lichtbundels
Hoe heet de onderste bundel?

A: Divergerenve lichtbundel

B: Evenwijdige lichtbundel

C: Convergerende lichtbundel

Slide 19 - Tekstslide

Bedenk even voor jezelf & schrijf op:

Wat zijn de 3 constructiestralen om bij een bolle lens een scherp beeld te tekenen?

Slide 20 - Tekstslide