3T Unit 6 Lesson 3

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Unit 6 Lesson 4

Miss Brands

Today's lesson:

- Grammar Adjectives and adverbs

- Make 6.4 exc 1 u/i 11

Adjectives and adverbs

Adjectives and adverbs

Adverbs = bijwoord

Een adverb kan iets zeggen over:

1. een werkwoord
2. een andere adverb

3. een andere adjective

4. een hele zin

Adverbs

Adverb - verb

He drives quickly.

She sang beautifully.

They worked nicely.

How to form an adverb:

adjective + -ly

Adjectives zeggen iets over een .....

1. Bijvoeglijk naamwoord
2. Meewerkend voorwerp
3. Lijdend voorwerp
4. Mens, dier of ding

Adverbs zeggen iets over een .....

1. Werkwoord
2. Bijvoegelijk naamwoord
3. Werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord
4. Zelfstandig naamwoord

Heeft deze zin een adjective of een adverb?
That girl is beautiful.

1. Adjective
2. Adverb
3. Beide

Welk woord in de zin is de adjective?
That girl is beautiful.

1. that
2. girl
3. is
4. beautiful

Heeft deze zin een adjective of een adverb?
They look incredibly happy.

1. Adjective
2. Adverb
3. Beide

Welk woord in de zin is de adverb?
They look incredibly happy.

1. they
2. look
3. incredibly
4. happy

Heeft deze zin een adjective of een adverb?
Please walk slowly.

1. Adjective
2. Adverb
3. Beide

Welk woord in de zin is de adverb?
Please walk slowly.

1. please
2. walk
3. slowly

Let's get to work!

6.4 exc 1 u/i 11