verwijswoorden die, dat of wat

Taal 
Vandaag gaan wij aan de slag met de verwijswoorden 
die, dat en wat.

- Wanneer gebruiken wij die?
- Waarom gebruiken wij die? 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taal 
Vandaag gaan wij aan de slag met de verwijswoorden 
die, dat en wat.

- Wanneer gebruiken wij die?
- Waarom gebruiken wij die? 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Die, dat of wat? 
1.   De hond ................ graag buiten is.

2. Er is helemaal niets ............... mij interesseert. 

3. Het huis ............... vorig jaar is afgebrand is weer opgeknapt. 

4. Ik wil alleen mee als wij naar het strand gaat ........... toch niet gebeurd. 

Slide 3 - Tekstslide

De jongen .... de vulkaan op loopt, is een beetje bang.
A
die
B
dat
C
wat

Slide 4 - Quizvraag

De vulkaan braakte wolken as uit, ..... er dreigend uitziet.
A
die
B
wat
C
dat

Slide 5 - Quizvraag

Lava is het heetste .... je je bedenken kunt.
A
die
B
dat
C
wat

Slide 6 - Quizvraag

Het meisje .... hem volgt, doet dat met knikkerende knieën.
A
die
B
dat
C
wat

Slide 7 - Quizvraag

De vulkaan rookt al jaren continu, .... een geruststellende gedachte moet zijn
A
die
B
dat
C
wat

Slide 8 - Quizvraag

De tsunami .... Japan trof in 2011 was enorm
A
dat
B
wat
C
die

Slide 9 - Quizvraag

Het waarschuwingssysteem .... er is, is soms te laat.
A
dat
B
wat
C
die

Slide 10 - Quizvraag

Een aardbeving is namelijk iets ..... niet te voorspellen is.
A
dat
B
wat
C
die

Slide 11 - Quizvraag

Samen aan de slag!
Stap 1: Overleg met elkaar waar de kaartjes met zinnen moeten komen te liggen. Welk verwijswoord hoort bij welke zin?
 
Stap 2: Leg de kaartjes in de juiste rij.

Stap 3: Werk in je werkwoordspelling boekje 
                aan taak 10.  
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Verwerking 
Stap 1: Maak het werkblad die je van mij hebt gekregen.

Stap 2: Klaar? Leg deze op de hoek van je tafel.

Stap 3: Werk in je werkwoordspelling boekje 
                aan taak 10. 


timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide