4H Frans 19 jan - grammaire ch. 1 + 2 herhaling

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

4H Frans 19 jan - grammaire ch. 1 + 2 herhaling

regelmatige werkwoorden (ch. 1 - A)

onregelmatige werkwoorden (ch. 1 + 2 B)

vergelijkingen (ch. 1 - C)

bijwoord (ch. 2 - A)

Regelmatige werkwoorden

Présent: -er / -ir / -re + uitgang

Passé composé:

1. hulpwerkwoord avoir of être

2. voltooid deelwoord: -er --> é, ir --> i, re --> u

Zet in de passé composé: ils commencent

Zet in de passé composé: tu adore

Zet in de passé composé: elle choisit

Vervoeg (alleen het ww): rendre, vous, présent

Vervoeg: parler, nous, passé composé

Onregelmatige werkwoorden

• Avoir - être - aller - pouvoir - décrire - servir

• Présent: leren!
• Passé composé: avoir of être? Bij alles avoir, behalve bij aller (partir, sortir)
• Imparfait: nous-vorm présent - ons + uitgangen: ais - ais - ait - ions - iez - aient
• Futur: stam op een R, leren! : aur - ser - ir - pourr - décrir - servir. Uitgangen van avoir: ai - as - a - ons - ez - ont
• Conditionnel: stam futur + uitgang imparfait

Vervoeg: avoir, passé composé, vous

Vervoeg: être, futur, ils

Vervoeg: aller, imparfait, tu

Vervoeg: pouvoir, elles, présent

Vervoeg: décrire, conditionnel, je

Vervoeg: servir, conditionnel, nous

Vergelijkingen

meer dan --> plus que

het meest --> le / la / les plus

even als --> aussi que

minder dan --> moins que

het minst --> le / la / les moins

Leer uitzonderingen en bijvoeglijk naamwoorden!

Vul in: mon copain est (het jongst)

elle est (minder spraakzaam dan) moi

Stéphane et Léo sont (even groot als) Bernard et Jules.

Il est (het meest lastig)

Bijwoord

Zegt iets over een:

werkwoord - hele zin - bijvoeglijk naamwoord

bijvoeglijk naamwoord + ment, leer de uitzonderingen!

Waar zegt een bijvoeglijk naamwoord iets over?

1. een werkwoord
2. een bijwoord
3. een zelfstandig naamwoord
4. de hele zin

Waar zegt een bijwoord iets over?

1. een werkwoord
2. een bijvoeglijk naamwoord
3. een zelfstandig naamwoord
4. de hele zin

Wat plak je achter een bijvoeglijk naamwoord om er een bijwoord van te maken?

Maak een bijwoord van: poli

Maak een bijwoord van: correct

Maak een bijwoord van: sportif

Maak een bijwoord van: bon

Maak een bijwoord van: récent

Kies de juiste vorm. Serge Gainsbourg chante (beter)

1. meilleur
2. mieux

Kies de juiste vorm. (gelukkig) sa musique est populaire

1. heureux
2. heureuse
3. heureuxment
4. heureusement

Kies de juiste vorm. C'est un plat (typisch) Frans.

1. typique
2. typiquement

Kies de juiste vorm: C'est un (goede) chanteur.

1. bon
2. bonne
3. bien

Succes!

• Leer goed
• Kijk Lupin (of iets anders leuks Frans voor de Franse sfeer en taalgevoel)
• Zorg dat je uitgerust bent
• Neem water en kauwgom mee