4. Nederland is een rechtsstaat

Criminaliteit 
@MixedSignalSociety
OSG Piter Jelles !mpulse
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Criminaliteit 
@MixedSignalSociety
OSG Piter Jelles !mpulse

Slide 1 - Tekstslide

Rechtsstaat

Nederland is een rechtsstaat, een land waar de rechten en
plichten van de burgers en van de overheid in de wet zijn
vastgelegd.

Slide 2 - Tekstslide

Het handhaven van de rechtsorde.

Bescherming tegen een te grote overheidsmacht en tegen willekeur van de overheid. 
Rechtshandhaving
Rechtsbescherming 

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerken van de rechtsstaat
1. Er is een grondwet waarin de belangrijkste rechte en plichten van de burgers en van de overheid staan.
2. De burger heeft grondrechten, de belangrijkste rechten
die in onze samenleving gelden.
3. De overheid moet zich aan de wet houden (legaliteitsbeginsel) 
4. De politieke macht is in drieën verdeeld, zodat niet één persoon of instantie alle macht heeft. 




Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Stelling 1:
Wat is belangrijker!?
Privacy
Veiligheid

Slide 7 - Poll

Leg je antwoord van stelling 1 uit:

Slide 8 - Open vraag



Vind jij dat de overheid jouw telefoongesprekken mag
afluisteren als je verdacht wordt van een misdrijf?
Vind jij dat de overheid jouw telefoongesprekken mag afluisteren als je verdacht wordt van een misdrijf?
Leg je antwoord uit:

Slide 9 - Open vraag

Stelling 2: De politie mag alles van mij weten.
Ik heb niets te verbergen.
Eens
Oneens

Slide 10 - Poll

Slide 11 - Video

Ben je na het kijken van het filmpje over het lezen van je WhatsApp gesprekken anders over stelling 2 gaan denken?
Leg je antwoord uit:

Slide 12 - Open vraag

Marianne Vaatstra:
In de vroege ochtend van 1 mei 1999 wordt in een weiland bij het Friese Veenklooster het lichaam gevonden van de 16-jarige Marianne Vaatstra uit Zwaagwesteinde. Ze is verkracht en vermoord. Marianne was die nacht op de fiets vertrokken uit een discotheek in Kollum waar ze Koninginnedag had gevierd. Belangrijk is dat er sperma op haar lichaam wordt gevonden. Ze heeft verwondingen aan haar nek. Aanvankelijk richt de politie zich in het onderzoek op asielzoekerscentrum Poelplaats in Kollum, nog geen kilometer van de plaats waar het lichaam van Marianne is gevonden. 

In de samenleving is de onrust groot en worden mensen uit asielzoekerscentra als schuldige aangewezen. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Video

Stelling 3:
Iedereen zou vingerafdrukken af moeten staan voor een landelijke DNA-bank. Dan zouden zaken zoals deze veel eerder zijn opgelost en krijgen onschuldige mensen niet de schuld.

Slide 16 - Tekstslide

Stelling 3 "iedereen zou vingerafdrukken af moeten staan voor een landelijke DNA-bank"

Slide 17 - Open vraag

Art. 1
Art. 1 - Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Slide 18 - Tekstslide

Klassenjustitie
Mensen uit de hogere sociale klassen worden bevoorrecht boven mensen met een lagere sociale klassen. 

Oftewel: 
Mensen met een hoog inkomen en status krijgen lagere straffen.
Mensen met een laag inkomen en status krijgen hogere straffen. 

Slide 19 - Tekstslide

Ongelijke behandeling:
1. Door verschillen in inkomen, op leiding, scholing en cultuur. Mensen uit een hoger sociaal milieu kennen hun rechten vaak beter en begrijpen de juridische taal beter. Ook kunnen ze betere advocaten betalen.

2. Politie, officieren van justitie en rechters hebben soms vooroordelen. Zij verwachten dat bepaald crimineel gedrag voorkomt bij mensen uit bepaalde sociale milieus of etnische groepen.

Slide 20 - Tekstslide

Ongelijke behandeling: 
3. Criminele jongeren met een migratie achtergrond worden naar verhouding harder gestraft voor hetzelfde delict dan criminele jongeren zonder migratie achtergrond. 

4. Mensen doen sneller aangifte als ze te maken hebben met mensen met een migratie achtergrond.

Slide 21 - Tekstslide

Etnisch profileren: 
Etnisch profileren is volgens de definitie van de Nederlandse politie en Amnesty International het gebruik maken van criteria als huidskleur, nationaliteit, etniciteit, taal of geloof bij opsporing of handhaving, terwijl dat niet objectief te rechtvaardigen is.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

OPDRACHTEN
HAVO maakt alleen H opdrachten
VWO maakt H+V opdrachten

Gebruik H.4 uit het boek (PDF) 

Slide 24 - Tekstslide

H. Jurisprudentie is een belangrijke machtsbron. Welk gevaar bestaat er als rechters jurisprudentie gebruiken in hun vonnis

Slide 25 - Open vraag

H. Welk belang hebben de burgers bij een geweldsmonopolie?

Slide 26 - Open vraag

V. Leg uit waarom een rechtsstaat kan worden opgevat als een sociaal contract tussen de burgers en de overheid?

Slide 27 - Open vraag

H. Leg het verband uit tussen het Wetboek van Strafrecht en het legaliteitsbeginsel.

Slide 28 - Open vraag

H. Noem 4 rechten van een verdachte.

Slide 29 - Open vraag

V. Welk belang heeft de overheid bij een onafhankelijke rechtsspraak?

Slide 30 - Open vraag

H. Een verklaring van klassenjustitie heeft te maken met vooroordelen en stereotype. Bedenk twee voorbeelden van stereotiepe beeld van mensen uit lagere sociale milieus.

Slide 31 - Open vraag

H. Leg het dilemma van de rechtsstaat uit aan de hand van twee voorbeelden.

Slide 32 - Open vraag

V. Leg met een voorbeeld uit dat het Openbaar Ministerie ingeklemd zit tussen de uitvoerende en de rechterlijke macht.

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Tekstslide