Ne2 spelling: H2 afbreken / H3 afkortingen

Vandaag:


  1. herhalingsoefening aaneenschrijven 
  2. afbreken en lettergrepen
  3. afkortingen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag:


  1. herhalingsoefening aaneenschrijven 
  2. afbreken en lettergrepen
  3. afkortingen

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling
Spelling hoofdstuk 1: aaneenschrijven. 

Slide 2 - Tekstslide

Spelling hoofdstuk 2
Afbreken en lettergrepen

Slide 3 - Tekstslide

GOED OF FOUT AFGEBROKEN?

Het komend weekend ga ik met vrienden op scou-
tingweekend.

A
goed
B
fout

Slide 4 - Quizvraag

GOED OF FOUT AFGEBROKEN?

Mijn linkerskietje is scheef, maar mijn rechterski-
tje zit perfect.

A
goed
B
fout

Slide 5 - Quizvraag

GOED OF FOUT AFGEBROKEN?

Op het Johan van Oldenbarnevelt zijn de lessen po- ëzie best leuk.

A
goed
B
fout

Slide 6 - Quizvraag

GOED OF FOUT AFGEBROKEN?

Mijn moeder eet in het najaar altijd heel veel a-
brikozen.

A
goed
B
fout

Slide 7 - Quizvraag

GOED OF FOUT AFGEBROKEN?

Mijn kleine broertje belegt zijn boterham altijd ro-
yaal met hagelslag.

A
goed
B
fout

Slide 8 - Quizvraag

Afbreken van woorden
  1. Bij samenstellingen breek je af tussen de samenstellende delen: scouting- weekend en niet scou-tingweekend.
  2. Bij een verkleinwoord dat eindigt op ‘tje blijft het grondwoord ongewijzigd: strootje: stro-tje en niet stroo-tje; café-tje en niet cafee-tje.
  3. Bij het afbreken vervalt een trema: po-ezie.
  4. Na lettergrepen van één letter breek je niet af: abri-kozen.
  5. Bij het afbreken gaat de y naar het voorafgaande woorddeel: roy-aal.

Slide 9 - Tekstslide

Spelling hoofdstuk 3
Afkortingen

Slide 10 - Tekstslide

In afkortingen krijgt elk afgekort woord in principe een punt:
m.a.w. / i.v.m. / d.w.z.
mr. / ir. / jl. / prof. / nl.

er zijn een paar uitzonderingen, zoals:
z.o.z. > zie ommezijde
dhr.    > de heer
a.s.    > aanstaande (zaterdag)

Slide 11 - Tekstslide

Wel hoofdletters, maar geen punten:
  • Afkortingen die we niet vaak gebruiken, zoals NB en PS

  • Eigennamen:
 De NAVO zetelt in Brussel.
 De VVD is de grootste partij van Nederland.
 De NS heeft nieuwe treinen bestelt.
 Het KNMI heeft het weer onjuist voorspeld.

Slide 12 - Tekstslide

Kleine letters zonder punten:
  • afkortingen die je als woord uitspreekt 
 mavo, vip, aids
  • ingeburgerde afkortingen die we vaak gebruiken
 pc, hbo, btw, cd,
vwo
  • afkortingen voor maten en gewichten
 cm, km, kg

Slide 13 - Tekstslide

Vragen?

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk deze week
  • Maak oefening 3.1, 3.2 en 3.3 (H3: afkortingen)
  • Maak oefening 7 t/m 12 (D gemengde oefeningen, blz. 37)

Let op: dictee verschuift naar volgende week dinsdag 15-9
  • Leren: moeilijke woordjes oefening 1, 2 en 3
    (gemengde oefening D), blz. 36.

Slide 15 - Tekstslide