Themales havo 5: functiewoorden + examentips

Themales havo 5: functiewoorden + examentips

April 2024
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Themales havo 5: functiewoorden + examentips

April 2024

Slide 1 - Tekstslide

Functiewoorden
Alinea's kunnen ten opzichte van elkaar een bepaalde functie (of taak) vervullen. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

let op!
Er volgen vijf vragen over functiewoorden.

Per vraag heb je tien seconden de tijd.

Slide 4 - Tekstslide

Stelling, argument, tegenargument, aanbeveling en samenvatting zijn voorbeelden van
A
signaalwoorden
B
verbindingswoorden
C
kernwoorden
D
functiewoorden

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een signaalwoord en een functiewoord?
A
Een functiewoord geeft een verband aan, een signaalwoord niet.
B
Een functiewoord staat niet altijd in de tekst, een signaalwoord wel.
C
Er is geen verschil.
D
Er zijn minder functiewoorden dan signaalwoorden.

Slide 6 - Quizvraag

De schrijver zwakt een standpunt af door te laten zien dat er ook andere gezichtspunten mogelijk zijn. Dit is een
A
afweging
B
nuancering
C
voorbehoud
D
weerlegging

Slide 7 - Quizvraag

De schrijver doet een uitspraak waarmee hij een argument ontkracht.
A
tegenargument
B
onderbouwing
C
weerlegging
D
afweging

Slide 8 - Quizvraag

De schrijver stemt alleen met iets in als aan een beperkende voorwaarde is voldaan.
A
voorwaarde
B
voorbehoud
C
bezwaar
D
beoordeling

Slide 9 - Quizvraag

Tip!
Bestudeer de functiewoorden.

Blz. 45-48 van je Examenbundel.

Er zijn functiewoorden die aan vooral het begin, in het midden of in het slot van een tekst voorkomen. 

Slide 10 - Tekstslide

Functiewoorden
  • Noteer vijf functiewoorden die vooral van belang zijn voor het begin van een tekst.
  • Noteer vijf functiewoorden die vooral van belang zijn voor het slot van een tekst. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen
Lees tekst 2 van het examen 2021-III (p. 183 van je bundel).
Maak opdracht 11, 16 en 22. 

Eventueel: 
12 (aanvaardbaardheid van arg.)
13, 17 (samenvatten)
20, 22, 23 (tekstsoort & hoofdgedachte)

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 11
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 15 - Quizvraag

Vraag 16

Slide 16 - Open vraag

Vraag 22
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 17 - Quizvraag

Examentips (1)

  1. Bekijk eerst de vragen kort voordat je de tekst gaat lezen
  2. Lees actief (dus met de pen!)
  3. Herhaal bij open vragen de vraag (die woorden tellen niet mee)
  4. Blijf dicht bij de tekst (ga niet zelf er dingen bij verzinnen)
  5. Let op synoniemen in de antwoorden en in de tekst 

Slide 18 - Tekstslide

Examentips (2)

6. Lees de alinea's rondom het citaat uit de vraag.
7. Ken je signaalwoorden!
8. Hoofdgedachtes gaan over de HELE tekst
9. Ken je drogredenen!
10. Lees en oefen oude eindexamens

(Bron: Arnoud Kuijpers) 

Slide 19 - Tekstslide

Tot slot
Wil je nog meer oefenen?

Op SOM vind je (met dank aan mevrouw Verschoor) een documentje met allemaal linkjes naar allerlei nuttige uitlegvideo's. Maak daar gebruik van!

Slide 20 - Tekstslide