Geestelijken hadden veel invloed in de samenleving, omdat:
ze als enigen konden lezen en schrijven.
ze de mensen vertelden hoe ze moesten leven. Pastoors legden dat in hun preken uit.
Geestelijken leerden mensen ook om heiligen te vereren en hen om hulp te vragen, bijvoorbeeld bij een ziekte.
pastoor: lage geestelijke die de leiding heeft over een groep gelovigen
preek: godsdienstige uitleg
heilige: gestorven persoon die vereerd wordt om zijn goede daden