B&F, Taal, woordenschat citotrainer

Taal: woordenschat
citotrainer: vruchten
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taal: woordenschat
citotrainer: vruchten

Slide 1 - Tekstslide

Van deze vrucht wordt wijn gemaakt.
A
druif
B
citroen
C
kers
D
braam

Slide 2 - Quizvraag

Deze tropische vrucht smaakt een beetje als meloen. Van de pitten kun je peper maken.
A
pompoen
B
papaja
C
kers
D
sinaasappel

Slide 3 - Quizvraag

Van deze vrucht wordt ketchup gemaakt.
A
peer
B
tomaat
C
mandarijn
D
veenbes

Slide 4 - Quizvraag

Het zaad van deze vrucht wordt als kruid gebruikt, bijvoorbeeld in pepernoten.
A
walnoot
B
paprika
C
muskaat
D
wijnpeer

Slide 5 - Quizvraag

Van deze vrucht kun je jam maken.
A
tomaat
B
beukennootje
C
rozenbottel
D
kastanje

Slide 6 - Quizvraag

Deze vrucht is rood en zoet.
A
kiwi
B
aardbei
C
appel
D
tomaat

Slide 7 - Quizvraag

Deze vrucht is behoorlijk zuur.
A
citroen
B
aardbei
C
amandel
D
banaan

Slide 8 - Quizvraag

Deze 'vruchten' kun je niet eten, maar je kunt ze wel als pluisjes wegblazen!
A
vrucht van de paardenbloem
B
doperwt
C
aalbes
D
mandarijn

Slide 9 - Quizvraag

Veel bessen zijn giftig, maar deze niet.
A
pompoen
B
peer
C
vlierbes
D
dennenappel

Slide 10 - Quizvraag

Goed gewerkt!

Slide 11 - Tekstslide