Werkwoordspelling Havo 1 - les 2

Werkwoordspelling havo 1
- PV TT
- PV VT
- VD
- Hoe vind je de PV of VD?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling havo 1
- PV TT
- PV VT
- VD
- Hoe vind je de PV of VD?

Slide 1 - Tekstslide

Welk trucje doe je bij de PV TT?

Slide 2 - Woordweb

PV TT
1. Het...(verbazen)me niets dat hij weer te laat is.

Slide 3 - Open vraag

PV TT
2. Ik ... (geloven) al heel lang niet meer in Sinterklaas.

Slide 4 - Open vraag

PV TT
3. Tijdens de finaleshow ... (barsten) alle dansers van energie.

Slide 5 - Open vraag

PV TT
4. De apen ... (ontbloten) uit angst hun tanden.

Slide 6 - Open vraag

PV TT
5. De piloot ... (landen) het vliegtuig bijna geruisloos op de landingsbaan.

Slide 7 - Open vraag

PV VT
- sterk werkwoord = sterk genoeg om zelf van klank te veranderen.
- zwak werkwoord - gebruik 't sexy fokschaap
- kijk naar de laatste letter van de STAM
- Zit die in 't sexy fokschaap?
Ja = te(n)
Nee = de(n)

Slide 8 - Tekstslide

PV VT
1. In de pauze ....(gonzen) het van de geruchten over een bezoekje van de koning.

Slide 9 - Open vraag

PV VT
2. De crimineel ... (begraven) het geld in een afgelegen bosgebied.

Slide 10 - Open vraag

PV VT
3. Ieder mens mocht weten tot welke god hij .... (bidden).

Slide 11 - Open vraag

PV VT
4. Na het zwemmen ... (klappertanden) het kleutertje van de kou.

Slide 12 - Open vraag

PV VT
5. De piloot ... (landen) het vliegtuig bijna geruisloos op de landingsbaan.

Slide 13 - Open vraag

Voltooid deelwoord
- Herken je doordat er altijd nog een hulpwerkwoord van HEBBEN- ZIJN- WORDEN in de zin staat.

- Hoe schrijf je het?
- sterk werkwoord: gaat vanzelf
- zwak werkwoord: gebruik 't sexy fokschaap

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het VD?
Dit paard heeft nog nooit gesteigerd met een ruiter op zijn rug.

Slide 15 - Open vraag

Wat is het VD?
Ik heb nooit beseft hoe zwaar een volle boekenkast is.

Slide 16 - Open vraag

VD
1.De organisatie heeft duidelijk te veel eten en drinken .. . (inkopen).

Slide 17 - Open vraag

VD
2. De koningin heeft de hele rit ... (wuiven) naar het publiek langs de route.

Slide 18 - Open vraag

VD
3. Ben jij weleens naar de top van die boom ... (klimmen)?

Slide 19 - Open vraag

Huiswerk
Maak opdracht 25 op blz. 75 uit Op Niveau.

Slide 20 - Tekstslide