Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
13/9 pv tt + pv vt 1mh
Wat zijn sterke werkwoorden?
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat zijn sterke werkwoorden?
Slide 1 - Tekstslide
nakijken blz. 240
nakijken opdracht 4 (zie volgende dia)
Slide 2 - Tekstslide
Antwoorden opdracht 4
word
hanteren
betaalt
vindt
bied
wuift
hou
blijft
accepteert, 10. raadt
raadt
Slide 3 - Tekstslide
uitleg paragraaf 10 blz. 242
Maak aantekeningen in je schrift
Slide 4 - Tekstslide
Persoonsvorm vt - zwak ww
Enkelvoud: ik-vorm + de/te
bv. klop
te
, beland
de
Meervoud: ik-vorm + den/ten
bv. vlucht
ten
, ren
den
Kun je niet horen of het -te of -de moet zijn? Gebruik 't sexy fokschaap (zie hierna)
Slide 5 - Tekstslide
't sexy fokschaap
Hele werkwoord - en = de stam
Laatste letter van de stam:
- wel in 't sexy fokschaap > + te (n)
- niet in 't sexy fokschaap >
de (n)
Slide 6 - Tekstslide
voorbeeld
verfte of verfde?
Hele werkwoord= verven
-en eraf= ik ver
v
kijken naar laatste letter
in 't sexy fokschaap=-
te
niet in't sexy fokschaap=-
de
noteer de ik-vorm= ik verf+
de
Slide 7 - Tekstslide
maken paragraaf 10 blz. 242
maken opdracht 1 t/m 4 op online methode
Slide 8 - Tekstslide
De burgemeester ...... (beantwoorden) de brief.
A
beantwoord
B
beantwoordt
C
beantwoorden
D
beantwoort
Slide 9 - Quizvraag
(houden)........ jij van spruitjes?
A
houd
B
houdt
C
hout
D
houden
Slide 10 - Quizvraag
De familie ………(rijden) vorige week met de auto naar de Efteling.
A
reed
B
rijdde
C
reden
D
rijdden
Slide 11 - Quizvraag
......... (luiden) jij de kerkklokken?
A
luid
B
luidt
C
luiden
D
luit
Slide 12 - Quizvraag
VT - De gids (leiden) ..... ons door de diepe grot
A
leide
B
leiden
C
leidde
D
leidden
Slide 13 - Quizvraag
(liften)
VT - De jongens ..... naar Frankrijk
A
lifte
B
liften
C
liftte
D
liftten
Slide 14 - Quizvraag
doden
VT - De leeuwen ..... het kleine schaap
A
dode
B
doden
C
doodde
D
doodden
Slide 15 - Quizvraag
Tom betaal... straks voor onze ijsjes.
A
betaald
B
betaalt
C
betaaldt
D
betaalde
Slide 16 - Quizvraag
GRENZEN
VT - Het huis ..... aan het bos
A
grenste
B
grensten
C
grensde
D
grensden
Slide 17 - Quizvraag
Het (gebeuren)... vaker dat jij te laat komt.
A
gebeurt
B
gebeurdt
C
gebeurd
D
gebeurde
Slide 18 - Quizvraag
VT: De ijsjes (smelten)... door de zon.
A
smelten
B
smeltten
C
smolten
D
smoltten
Slide 19 - Quizvraag
Sterke werkwoorden
De sterke werkwoorden veranderen
van klank in de
verleden tijd.
Slide 20 - Tekstslide
Sterke werkwoorden
TT
VT
Ik loop
Ik liep
Hij staat
Hij stond
Wij geven
Wij gaven
Slide 21 - Tekstslide
Antwoorden opdracht 3
vind
overwintert
rijdt
word
herhaalt
verovert
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
6 quizvragen in LessonUp
Log in in LessonUp met je voornaam.
Kies het juiste antwoord.
Slide 24 - Tekstslide
Sterk werkwoord? Wat is de ik-vorm in de vt? Hele ww: bijten
A
bijt
B
bijtte
C
beet
D
beette
Slide 25 - Quizvraag
Sterk werkwoord? Wat is de ik-vorm in de vt? Hele ww: binden
A
bind
B
bond
C
bindde
D
bondt
Slide 26 - Quizvraag
Sterk werkwoord? Wat is de ik-vorm in de vt? Hele ww: duiken
A
dook
B
duikte
C
dookte
D
duik
Slide 27 - Quizvraag
Sterk werkwoord? Wat is de ik-vorm in de vt? Hele ww: genezen
A
geneesde
B
genas
C
geneeste
D
genaste
Slide 28 - Quizvraag
Sterk werkwoord? Wat is de ik-vorm in de vt? Hele ww: smelten
A
smelt
B
smeltte
C
smelte
D
smolt
Slide 29 - Quizvraag
Sterk werkwoord? Wat is de ik-vorm in de vt? Hele ww: verven
A
vervte
B
verfte
C
verfde
D
vierf
Slide 30 - Quizvraag
Werkwoordspelling
21-09-2021
Les 1 werkwoordspelling
persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt)
Slide 31 - Tekstslide
Spelling persoonsvorm TT
ik-vorm
(of je/jij erachter)
fiets
word
loop
hij/zij/het =
ik-vorm + t
fietst
wordt
loopt
meervoud (wij/we/ze/zij)
fietsen
worden
lopen
Slide 32 - Tekstslide
Let goed op!
Ik vind - ik smurf
jij vindt - jij smurf
t
hij vindt - hij smurf
t
vind jij - smurf jij
Slide 33 - Tekstslide
smurfT, dus: beantwoordt
smurfT, dus: rijdt
smurfT, dus:
houdt
smurf, dus: meld
Slide 34 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
T1A pv tt + sterke ww
Februari 2024
- Les met
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
KT2: taalverzorging: werkwoordspelling
Oktober 2021
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Werkwoordspelling snelcursus
Oktober 2019
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2-4
(goede versie!!) Les 8 werkwoordspelling
Februari 2022
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2-4
Werkwoordspelling 2E tt vt vd td
Januari 2023
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2-4
groep 7 werkwoordcito oefenen
Maart 2023
- Les met
35 slides
nederlands
Primary Education
Werkwoordspelling - lockdown februari les 1 (4 feb)
Januari 2021
- Les met
50 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2-4
Klas 3K, H5 Spelling: werkwoordspelling
Januari 2021
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school