Negations in English

Wat is een ontkenning?
1 / 17
volgende
Slide 1: Open vraag
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat is een ontkenning?

Slide 1 - Open vraag

Hoe maak je een ontkenning in het Engels?

Slide 2 - Open vraag

Negations - ontkenning
Stap 1: onderstreep het werkwoord

Stap 2: is het een vorm van to be (am/are/is/was/were), have got of een hulpwerkwoord (can/could etc.)?
Ja?       Plak not achter het werkwoord

Nee?  zet don't/doesn't/didn't (vt) voor het hele  werkwoord

Let op!   Na doesn't verdwijnt de -s  (he likes school/he doesn't like school) 
                 Na didn't verandert het werkwoord naar tegenwoordige tijd (we                             watched a                 movie/we didn't watch a movie? 

Slide 3 - Tekstslide

Let's try this....

Slide 4 - Tekstslide

I go home after my classes
A
bij de ontkenning gebruik je : don't
B
bij de ontkenning gebruik je : doesn't

Slide 5 - Quizvraag

My parents fly back home this morning
A
bij de ontkenning gebruik je : don't
B
bij de ontkenning gebruik je : doesn't

Slide 6 - Quizvraag

Peter really likes pizza and fries
A
bij de ontkenning gebruik je : don't
B
bij de ontkenning gebruik je : doesn't

Slide 7 - Quizvraag

Mary eats fruit for lunch
A
bij de ontkenning gebruik je : don't
B
bij de ontkenning gebruik je : doesn't

Slide 8 - Quizvraag

My brother and sister live at home
de ontkenning maak je met::
A
don't
B
doesn't
C
didn't

Slide 9 - Quizvraag

They laugh a lot
de ontkenning maak je met: :
A
don't
B
doesn't
C
didn't

Slide 10 - Quizvraag

Peter loves his new neighbours
de ontkenning maak je met:
A
don't
B
doesn't
C
didn't

Slide 11 - Quizvraag

Kendra bought a new skirt
de ontkenning maak je met::
A
don't
B
doesn't
C
didn't

Slide 12 - Quizvraag

Peter loved his new neighbours

A
Peter didn't love
B
Peter doesn't loved
C
Peter didn't loved
D
Peter doesn't love

Slide 13 - Quizvraag

We have got ice cream.
A
We haven't got
B
We don't have
C
We have do not got

Slide 14 - Quizvraag

They laughed a lot

A
They don't laughed
B
They didn't laugh
C
They didn't laughed
D
They don't laugh

Slide 15 - Quizvraag

They ....... ......... the right furniture at the shop.

A
don't find
B
didn't find
C
didn't found
D
did find

Slide 16 - Quizvraag

Last part of the lesson
Write a small article in your notebook and answer the following question: Which superpower would you choose and what would you do with it?

  • at least 100 words
  • write in your notebook
  • Done? Swap with neighbour and check each other's work
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide