In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
BCK Informatiemap
Slide 1 - Tekstslide
BCK Informatiemap
Vorige weken zijn jullie bezig geweest met de informatiemap: huijsstijl, voorwoord, inhoudsopgave, keuzes verklaren en werkwoordspelling.
Slide 2 - Tekstslide
Beoordelingsformulier BCK
- onderdeel 'lay-out'
- max. 5 spelfouten per pagina!
Slide 3 - Tekstslide
Goede voorbeeld informatiemap
Slide 4 - Tekstslide
Wat is wervend schrijven volgens jou?
Slide 5 - Woordweb
Maak het smeuïg
Met een wervende tekst wil je de lezer bewegen tot iets, bijvoorbeeld een aankoop of een aanmelding.
Tekst op website, op social media, folder, flyer, antwoord op een e-mail etc.
Slide 6 - Tekstslide
Gebruik klare taal
Eenvoudig Nederlands
95% begrijpt het
Leest makkelijk en snel:
Logische opbouw
Korte, persoonlijke en actieve zinnen
Woorden die veel voorkomen
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeeld
Slide 8 - Tekstslide
Schrijf behoeftegericht:
Je probeert iets te verkopen: een oplossing voor een probleem.
Achterhaal wat je gast wil bereiken en koppel dat aan jouw dienst of product. Voorbeelden:
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Dus: wat ga je voor jouw gasten oplossen?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Maak het persoonlijk
Het woord ‘men’ voelt onpersoonlijk en creëert afstand.
Hoe voorkom je dit? Betrek gasten bij je verhaal; stel eens een vraag.
Spreek gasten daarnaast aan met ‘je’ of ‘u’ in plaats van ‘men’.
Tot slot doe je er goed aan om je ideale gast in gedachten te houden; schrijf voor hem of haar.
Slide 13 - Tekstslide
Maak de volgende zin persoonlijker: Geïnteresseerden zijn welkom om deel te nemen.
Slide 14 - Open vraag
Maak de volgende zin persoonlijker: Kwaliteit is waar wij voor staan.
Slide 15 - Open vraag
Maak de volgende zin persoonlijker: Wij zoeken creatieve mensen.
Slide 16 - Open vraag
Maak de volgende zin persoonlijker: Men kan hier een outfit samenstellen.
Slide 17 - Open vraag
Schrijf
positief
Slide 18 - Tekstslide
Wat komt beter over? A) Als je de input te laat aanlevert, dan wordt je tekst later opgeleverd. B) Je ontvangt de tekst op tijd als ik de input voor <datum> ontvang.
A
A
B
B
Slide 19 - Quizvraag
Wat komt beter over? A) Betaal voor <datum> en voorkom extra kosten. B) Als je niet op tijd betaalt, dan brengen wij rente en kosten bij je in rekening.
A
A
B
B
Slide 20 - Quizvraag
Wat komt beter over? A) De korting vervalt als je de opdracht na 22 december plaatst. B) Geef je akkoord voor 22 december en ontvang 20% korting.
A
A
B
B
Slide 21 - Quizvraag
Wat komt beter over? A) Vanaf 50 euro geen verzendkosten. B) Tot 50 euro betaal je verzendkosten.
A
A
B
B
Slide 22 - Quizvraag
Maak deze zin korter, persoonlijker, beter leesbaar, klantgerichter: "Omdat wij te veel hebben geïncasseerd van uw rekening in de maand maart gaan wij een bedrag van € 67,34 zo spoedig mogelijk terugstorten op het rekeningnummer wat hier in ons systeem bekend is."
Slide 23 - Open vraag
Tot slot...
Slide 24 - Tekstslide
Het oog wil ook wat!
Slide 25 - Tekstslide
Taalfouten zijn niet oké
Slide 26 - Tekstslide
Opdracht
- schrijf een wervende tekst voor ten minste 1 activiteit die jouw gasten kunnen lezen in de informatiemap:
Informatie
Afbeelding
(Verkoop)argumenten
Een slotzin waarin je de informatie samenvat en de klant oproept tot (koop)actie.
Zo min mogelijk taalfouten
Slide 27 - Tekstslide
Plaats hier een schermafbeelding/knipsel van jouw wervende tekst, incl. afbeelding(en).