In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Les 1 - Debatteren introductie
Les Debatteren
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Je weet wat een debat is
Je weet wat het verschil is tussen een discussie en een debat
Je weet wat een feit is
Je weet wat een mening (standpunt) is
Je weet wat een argument is
Je weet wat een conclusie is
Je weet waar een goed argument aan moet voldoen
Slide 2 - Tekstslide
Een debat, wat is dat eigenlijk?
Slide 3 - Open vraag
Een debat is een discussievorm waarbij een stelling wordt verdedigd of juist bestreden.
Eigenlijk is het een sport: duelleren met woorden.
Slide 4 - Tekstslide
Bekvechten voor gentlemen
Het is de kunst om je wapens (woorden) zo goed mogelijk in te zetten.
Het is een strak geregisseerde sport: je houdt je keurig aan de regels en laat je tegenstander uitspreken.
Het publiek is stil en bemoeit zich niet met de strijd op het toneel.
Een debat is géén voetbalwedstrijd!
Slide 5 - Tekstslide
Weet je wat het verschil is tussen een discussie en een debat?
Slide 6 - Open vraag
Discussie
Al pratend positie innemen
Overtuigen van je gesprekspartner
Geen regels
Eindoordeel op basis van gevoel
Debat
Van tevoren geformuleerde stelling
Overtuigen jury en publiek
Duidelijke regels
Eindoordeel op basis van vooraf afgesproken criteria
Slide 7 - Tekstslide
Voordelen debatteren
Je leert overtuigender te spreken
Je leert je mening duidelijk te verwoorden
Je leert beter naar elkaar te luisteren
Je leert kritisch te denken
Je leert onderzoek te doen voor je iets beweert
Je leert respect te hebben voor de standpunten van een ander
Je leert dat er altijd meerdere kanten aan een verhaal zitten
Slide 8 - Tekstslide
Kijk mee naar een opname van het NK Debatteren waarbij twee mbo-klassen met elkaar in debat gaan over de stelling 'Iedere mbo-stage moet worden beloond met het minimumloon'.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Video
wat is een mening?
Slide 12 - Open vraag
Mening (standpunt)
Wat iemand ergens van vindt
Het is niet controleerbaar
Je kunt het ermee eens of oneens zijn
Signaalwoorden: ik vind, volgens mij, naar mijn mening
Bijvoorbeeld:
Ik vind het goed dat kinderen kleedgeld krijgen.
Slide 13 - Tekstslide
wat is een feit?
Slide 14 - Open vraag
Feit
Uitspraak over iets wat waar is of niet waar
Een feit kun je controleren
Bijvoorbeeld:
De bevolking van Nederland bestaat uit 17,8 miljoen mensen (2023).
Slide 15 - Tekstslide
wat is een argument?
Slide 16 - Open vraag
Argument (reden)
Een argument is een uitleg waarmee je een standpunt verdedigt.
Signaalwoorden: want, namelijk, omdat, immers
Bijvoorbeeld:
Ik vind het goed dat kinderen kleedgeld krijgen (standpunt), want dan leren ze met geld omgaan (argument).
Slide 17 - Tekstslide
Conclusie
Als alle argumenten (redenen) gegeven zijn, volgt er vaak een conclusie.
Deze bestaat uit een korte herhaling van het standpunt en de argumenten.
Signaalwoorden: dus, kortom, dat betekent
Bijvoorbeeld:
Het is dus goed dat kinderen kleedgeld krijgen, want dan leren ze met geld omgaan en voelen ze zich zelfstandiger.
Slide 18 - Tekstslide
Het belang van een goed argument
Met goede argumenten kun je je standpunt succesvol brengen en verdedigen.
Met goede argumenten vergroot je je geloofwaardigheid en kun je mensen overtuigen.
Dit is nodig om goed te kunnen
debatteren, maar ook in het
dagelijks leven komt het goed
van pas...
Slide 19 - Tekstslide
Een goed argument...
... is steekhoudend. Met andere woorden: het klopt.
... is relevant. Met andere woorden: het gaat over het onderwerp / de stelling.
... is het meest krachtig wanneer het gebaseerd is op feiten en soms zelfs ondersteund met cijfers.
... is minder krachtig wanneer je jouw eigen oordeel of mening erin meeneemt.
Slide 20 - Tekstslide
Je weet nu...
... wat het verschil tussen discussie en debat is
... wat een feit is
... wat een mening (standpunt) is
.... wat een argument is
... wat een conclusie is
... waar een goed argument aan moet voldoen
Slide 21 - Tekstslide
Oefenen met debatteren
Het is voor leerlingen beter dat mobieltjes vanaf 1 januari uit de klas zijn.