Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Jaar 2 H5 Woordenschat: samenstellingen deel 1
Jaar 2 H5 Woordenschat: samenstellingen deel 1
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Jaar 2 H5 Woordenschat: samenstellingen deel 1
Slide 1 - Tekstslide
Een computer waarmee je een spel kunt doen:
A
computerspel
B
spelcomputer
Slide 2 - Quizvraag
Groente die je door de soep kunt doen:
A
groentesoep
B
soepgroente
Slide 3 - Quizvraag
Water dat uit de kraan komt:
A
kraanwater
B
waterkraan
Slide 4 - Quizvraag
tegel die op de vloer ligt:
A
tegelvloer
B
vloertegel
Slide 5 - Quizvraag
Kopieer de link en bekijk de instructiefilm over samenstellingen:
https://player.vimeo.com/video/265189244
Slide 6 - Tekstslide
Samenstellingen:
Sommige woorden zijn samengesteld uit twee of meer woorden.
Het laatste woord van een samenstelling is het belangrijkst. Dat bepaalt de betekenis.
Bijvoorbeeld:
Een winterjas is een soort jas: een jas die je in de winter draagt.
Een leesbril is een soort bril: een bril waarmee je kunt lezen.
Gebruik een woordenboek als je de betekenis niet zelf kunt bedenken.
Soms staat een samenstelling niet in het woordenboek. Je kunt dan de losse woorden opzoeken.
Bijvoorbeeld:
- Bij de meeste pretparken krijg je groepsreductie.
Je kijkt dan in het woordenboek bij reductie (= korting).
Slide 7 - Tekstslide
Vul de betekenis van de samenstelling in.
Het laatste woord van de samenstelling bepaalt de betekenis.
Je mag een woordenboek gebruiken.
Toekomstvisie betekent:
Slide 8 - Open vraag
Vul de betekenis van de samenstelling in.
Het laatste woord van de samenstelling bepaalt de betekenis.
Je mag een woordenboek gebruiken.
gezondheidsrisico betekent:
Slide 9 - Open vraag
Vul de betekenis van de samenstelling in.
Het laatste woord van de samenstelling bepaalt de betekenis.
Je mag een woordenboek gebruiken.
filmacteur betekent:
Slide 10 - Open vraag
Vul de betekenis van de samenstelling in.
Het laatste woord van de samenstelling bepaalt de betekenis.
Je mag een woordenboek gebruiken.
resultatenoverzicht betekent:
Slide 11 - Open vraag
Vul de betekenis van de samenstelling in.
Het laatste woord van de samenstelling bepaalt de betekenis.
Je mag een woordenboek gebruiken.
intelligentietest betekent:
Slide 12 - Open vraag
Vul de betekenis van de samenstelling in.
Het laatste woord van de samenstelling bepaalt de betekenis.
Je mag een woordenboek gebruiken.
prestatiedwang betekent:
Slide 13 - Open vraag
Verbind de woorden met de juiste betekenis.
precies
zeker weten
vast en zeker
gelegenheden
vanzelfsprekend
mogelijkheden
exact
gegarandeerd
uiteraard
absoluut
Slide 14 - Sleepvraag
Lees de tekst in je Nederlandse boek op bladzijde 129-130.
Maak daarna de vragen.
Een branche is een bedrijfstak, bijvoorbeeld van bedrijven die dezelfde soort producten verkopen. Wat betekent reisbranche (al. 1)?
Slide 15 - Open vraag
Wat is het belangrijkste deel van de samenstelling vakantiegangers (al. 1)?
A
vakantie
B
gangers
Slide 16 - Quizvraag
Welk synoniem voor 'in te nemen' staat in alinea 2?
A
binnen te halen
B
te gebruiken
C
te consumeren
D
te verzamelen
Slide 17 - Quizvraag
Wat betekent aan boord in alinea 2?
A
aan de wand
B
op het schip
C
in het vliegtuig
Slide 18 - Quizvraag
Virtueel betekent ‘denkbeeldig, niet echt bestaand’. Waarmee speel je een virtueel potje golf (al. 2)?
A
met een vriend
B
op de green
C
met een hockeystick
D
met een computer
Slide 19 - Quizvraag
Welke synoniemen voor luchthaven staan in alinea 3?
A
landingsbaan
B
vliegveld
C
airport
D
Schiphol
Slide 20 - Quizvraag
Een haven is een aanlegplaats voor schepen. Waarom noemt men een plek waarop vliegtuigen opstijgen en landen een luchthaven?
Slide 21 - Open vraag
In alinea 3 staat: 'maar het liefst voor zo min mogelijk auto’s.' Kan iedereen in de toekomst parkeren op de luchthaven?
A
ja
B
nee
Slide 22 - Quizvraag
Vul de betekenis van deze samenstellingen in: parkeerplaatsen (al. 3),
A
plaatsen om te parkeren
B
parkeren op speciale plaatsen
Slide 23 - Quizvraag
Vul de betekenis van deze samenstellingen in:
luchthaventerminal (al. 3)
A
aankomst- en vertrekhal op een luchthaven
B
Plek waar de vliegtuigen geparkeerd staan
Slide 24 - Quizvraag
Vul de betekenis van deze samenstellingen in:
veiligheidsniveau (al. 4)
A
veiligheid op hoog niveau
B
de hoogte van de veiligheid
Slide 25 - Quizvraag
Verbind de woorden uit de tekst met de juiste betekenis.
zorgen dat iest er niet kwam
bedrag
voor een doel geschikt maken
twee keer zoveel wordt
vermoedelijk
geeft
vermeden
waarschijnlijk
tarief
biedt
aanpassen
verdubbelt
Slide 26 - Sleepvraag
Verbind de woorden uit de tekst met de juiste betekenis.
aangekomen
het minst ver weg
eromheen
beplanting
eens
zet ... neer
gearriveerd
eenmaal
dichtsbijzijnde
dropt
rondom
groen
Slide 27 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
2KB2 31 maart
Maart 2022
- Les met
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Jaar 2 H5 Woordenschat: samenstellingen deel 1
April 2022
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
Jaar 2 H5 Woordenschat: samenstellingen deel 1
Juni 2021
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
Les 4 - H5- Woordenschat (na de toetsweek)
Maart 2021
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Samenstellingen OWR B1
8 dagen geleden
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
Samenstellingen OWR B1
Juni 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
Samenstellingen OWR B1
10 dagen geleden
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
Jaar 2 H5 Woordenschat: samenstellingen deel 1
April 2022
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2