05-11-2024 Cursus 5 Grammatica § 4 Onderwerp

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom les Nederlands

Ga op je vaste plek zitten in het lokaal.

Pak je leesboek en dicteeschrift.
 

Slide 2 - Tekstslide

Planning

1. Stillezen
2. Dictee
3. Instructie
4. Huiswerk noteren 
5. Zelfstandig werken
6. Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Kruisjes
3 strikes, you're out

Slide 4 - Tekstslide

Regels in de klas
Jas in locker
Geen kauwgom of ander eten/drinken
Spullen op tafel
Telefoon in de tas en geluid uit
Oortjes in tas
Tas op de grond
Recht zitten

Slide 5 - Tekstslide

Stillezen

Slide 6 - Tekstslide

Dictee!
Dictee!

Slide 7 - Tekstslide

DICTEE DICTEE DICTEE DICTEE
* Ajax-supporter
* logo
* route
* uitgestippeld
* Feyenoord

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Doelen van de les
Aan het einde van de les 
herken je een werkwoord en kun je de persoonsvorm  in een zin benoemen;

kun je het bouwplan van een zin maken;

kun je een zin in zinsdelen verdelen;

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Werkwoorden (ww)
Een werkwoord is een woordsoort.
De afkorting van werkwoord is WW.
In een zin staat ten minste één werkwoord.
Er zijn ook zinnen met meer dan één werkwoord.
Een werkwoord zegt:
- wat iets of iemand doet,
- wat iets of iemand overkomt
wat er is gebeurd.


Slide 13 - Tekstslide

Persoonsvorm vinden 
3 Manieren om de persoonsvorm te vinden
1. Maak er een vraagzin van.
2. Verander de tijd van de zin TT en VT.
3. Verander het aantal van de zin.

Slide 14 - Tekstslide

Uitleg over zinsdelen
- Een zin is eigenlijk een bouwplan met allemaal zinsdelen

Een zinsdeel kan uit 1 woord bestaan, maar vaak heeft een zinsdeel meer woorden.
Een zin bestaat in elk geval uit twee basisdelen:

Een deel dat zegt 'wat er gebeurt' (wwg)
Een deel dat zegt 'wie dit doet' (onderwerp)

Kijk maar naar het voorbeelden:
Ruben leert 
De hond ligt

Slide 15 - Tekstslide

Zinsdelen
Het onderwerp [ow] en de persoonsvorm [pv] zijn zinsdelen.

Jan | heeft | vorige week | een film | gekeken.
ow  |   pv    | vorige week | een film | gekeken.

Het werkwoordelijk gezegde [wg] is ook een zinsdeel.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Huiswerk:
06-11-2024
Cursus 5 Grammatica
§ 4 Onderwerp
Cursus Woordenschat
§ 2 Opdracht 5


Slide 18 - Tekstslide

Tot vrijdag!

Slide 19 - Tekstslide