Klas H3a (Kandinsky) - oefenen PW H6 (16 april)
1 / 17
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke stelling is juist?
I: Tussen 2,5 miljard jaar en 12.000 jaar geleden was het Pleistoceen.
II: Het Holoceen behoort tot het tijdperk Kwartair.
I: Tussen 2,5 miljard jaar en 12.000 jaar geleden was het Pleistoceen.
II: Het Holoceen behoort tot het tijdperk Kwartair.
A
I: juist.
II: juist.
B
I: juist.
II: onjuist.
C
I: onjuist.
II: juist.
D
I: onjuist.
II: onjuist.
Slide 2 - Quizvraag
Klopt deze uitspraak?
''Tijdens het Pleistoceen was er een afwisseling van interglacialen en glacialen''.
''Tijdens het Pleistoceen was er een afwisseling van interglacialen en glacialen''.
A
Deze uitspraak is juist.
B
Deze uitspraak is onjuist.
Slide 3 - Quizvraag
Hoe ontstaan vlechtende rivieren tijdens het Pleistoceen?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Wat is het regiem?
A
De dagelijkse beweging van opkomend water.
B
Evenwijdig aan de hoogtelijn gelegen steile rand.
C
Periode waarin de invloed van de zee afneemt.
D
Schommeling in de waterafvoer van een rivier.
Slide 6 - Quizvraag
Welk begrip hoort bij het '?' te staan?
A
Keileemkoppen
B
Puinwaaier
C
Tongbekkens
D
Kwelder
Slide 7 - Quizvraag
Tijdens het Saalien kwam het landijs in 2 fases Nederland binnen. Welke fase zien we op de afbeelding?
A
Fase 1: vorming keileemkoppen
B
Fase 2: vorming stuwwallen
Slide 8 - Quizvraag
Welke uitspraak is juist?
I: Keileemkoppen zijn groter dan stuwwallen.
II: Bij keileemkoppen zijn er wel tongbekkens.
I: Keileemkoppen zijn groter dan stuwwallen.
II: Bij keileemkoppen zijn er wel tongbekkens.
A
I: juist
II: onjuist
B
I: juist
II: juist
C
I: onjuist
II: juist
D
I: onjuist
II: onjuist
Slide 9 - Quizvraag
1: Hoe heet de laatste ijstijd?
2: Lag er toen landijs in Nederland?
2: Lag er toen landijs in Nederland?
Slide 10 - Open vraag
Welke 2 factoren spelen een rol bij de relatieve zeespiegelstijging?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Wat is 'verlanding'? Kies het juiste getal:
1: Afzetting van materiaal door sedimentatie.
2: Dichtgroeien van open water door veen.
3: Verhogen van bodem door ophoping van zeeklei.
1: Afzetting van materiaal door sedimentatie.
2: Dichtgroeien van open water door veen.
3: Verhogen van bodem door ophoping van zeeklei.
A
1 is juist
B
2 is juist
C
3 is juist
D
geen van de drie is juist
Slide 13 - Quizvraag
Welk landschap zie je op de foto?
A
Zeekleilandschap
B
Veenlandschap
C
Droogmakerij
D
Lösslandschap
Slide 14 - Quizvraag
In welke volgorde gingen bewoners zich beschermen tegen de zee?
A
1: defensieve dijken, 2: terpen, 3: offensieve dijken.
B
1: offensieve dijken, 2: terpen, 3: defensieve dijken.
C
1: terpen, 2: defensieve dijken, 3: offensieve dijken.
D
1: terpen, 2: offensieve dijken, 3: defensieve dijken.
Slide 15 - Quizvraag
Waarom werd er veel veen afgegraven in het verleden?
Slide 16 - Open vraag
Waar zal deze foto genomen zijn?
A
Noord-Holland
B
Groningen
C
Zeeland
D
Zuid-Limburg
