In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
H6
Sporen uit de ijstijd
Slide 1 - Tekstslide
IJstijden
Slide 2 - Woordweb
Geologische tijdschaal
- de geologische geschiedenis van de ouderdom van de aarde
- de tijdschaal omvat 4,6 miljard jaar aardgeschiedenis. * De tijdschaal bestaat uit:
> hoofdtijdperken
> perioden > tijdvakken
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Periode: Kwartair
Tijdvak:
Pleistoceen
Begon 2,6 miljoen jaar geleden
Slide 5 - Tekstslide
Het pleistoceen
Het Pleistoceen had afwisselend:
- koudere perioden > ijstijden / glacialen.
- warmere perioden > tussenijstijd / interglaciaal.
- Er zijn zo'n 20 ijstijden geweest.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
IJstijd
- Temperatuur daalde gemiddeld 5oC.
- Er viel in de winter meer sneeuw dan er in de zomer smolt.
- De sneeuw werd samengedrukt tot ijs.
Slide 8 - Tekstslide
IJstijd
- De sneeuw weerkaatst zonlicht > nog kouder
- Veel water werd als landijs vastgehouden > Zeespiegel daalt, deel van de Noordzee lag droog.
- uitbreidende gletsjers vanuit Scandinavië.
Slide 9 - Tekstslide
IJstijd
- ijskap in Scandinavië werd 2500m tot 3000m dik.
- ijstijden duurden gem. 80.000 tot 100.000 jaar
- Interglacialen duurden 10.000 tot 20.000 jaar.
- We leven nu in een interglaciaal
Slide 10 - Tekstslide
1= Kwartair
2= Pleistoceen
Slide 11 - Tekstslide
Hoeveel miljoen jaar geleden was het pleistoceen?
A
2.6 miljoen jaar geleden
B
0.01 miljoen jaar geleden
C
5.3 miljoen jaar geleden
D
65 miljoen jaar geleden
Slide 12 - Quizvraag
Welke begrippen horen bij de juiste omschrijvingen?
Een koude periode waarin zich op het land uitgestrekte ijskappen vormen. Heet ook glaciaal.
Warmere periode tussen twee ijstijden in. Heet ook tussenijstijd.
Laag eeuwige sneeuw op het land die tot ijs is samengeperst.
Een met nauwelijks waarneembare snelheid naar het dal schuivende ijstong, die hoog in de bergen begint in een verzamelbekken van sneeuw.
ijstijd
landijs
interglaciaal
gletsjer
Slide 13 - Sleepvraag
In welke geologische periode leven we nu?
A
tertiair
B
kwartair
Slide 14 - Quizvraag
Het jongste tijdvak in het kwartair is?
A
Pleistoceen
B
Holoceen
Slide 15 - Quizvraag
Waardoor breidt het ijs zich tijdens een ijstijd uit?
Slide 16 - Open vraag
Uitspraak: Wanneer landijs zich gaat uitbreiden verandert taiga in toendra.
A
juist
B
onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Uitspraak: Wanneer landijs zich uit gaat breiden verandert taiga in loofbos.
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Oprukkend ijs
Saale/ Saalien ijstijd 200.000 jaar geleden.
In de Saale-ijstijd bereikte het Scandinavische landijs de noordelijke helft van Nederland in twee fasen:
Fase 1: - lijn Texel – Coevorden- keileem in Noord- en Oost-Nederland- keileemkoppen/stuwwallen
Slide 19 - Tekstslide
In de Saale-ijstijd bereikte het Scandinavische landijs de noordelijke helft van Nederland in twee fasen:
Fase 2: - lijn Haarlem – Utrecht – Nijmegen- rand van ijs bestond uit tongbekkens- kracht van ijs vormde stuwwallen diepste punt: 125 m onder NAP hoogste punt: 100 m boven NAP
Slide 20 - Tekstslide
Hoe noemen we ijs vermengd met grind, zand en leem?