Om ... te

Doel van de les:
Na de les
- weet je hoe je  "om ... te"  moet gebruiken
- kun je zinnen maken met  "om ... te"
- weet je waar  "om ... te"  in de zin staat
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Doel van de les:
Na de les
- weet je hoe je  "om ... te"  moet gebruiken
- kun je zinnen maken met  "om ... te"
- weet je waar  "om ... te"  in de zin staat

Slide 1 - Tekstslide

Waarom zit je op school?

Slide 2 - Open vraag

Je gebruikt "om ... te"

 
 1. om een doel aan te geven

2. om informatie te geven over een zelfstandig naamwoord

3. om informatie te geven over een bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Tekstslide

Een doel aangeven:                                                                                       

Slide 4 - Tekstslide

Jullie komen naar school ...
om Nederlands te leren             
om mensen te leren kennen
om docenten te pesten                       DOELEN
om problemen te vergeten
om samen te lachen


Slide 5 - Tekstslide

Maak een zin met "om ... te" waarin je een doel beschrijft

Slide 6 - Open vraag

Informatie geven over een zelfstandig naamwoord

Het was een feest om nooit te vergeten.
Het is een prestatie om trots op te zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Maak een zin met "om ... te" waarin je informatie geeft over een zelfstandig naamwoord

Slide 8 - Open vraag

Informatie geven over een                                                                  
bijvoeglijk naamwoord                                                            

Slide 9 - Tekstslide

De koffie is nog te heet om te drinken.
Hij vindt het lekker om in de zon te liggen.
Hij is te jong om auto te rijden.

Slide 10 - Tekstslide

Maak een zin met "om ... te" waarin je informatie geeft over een bijvoeglijk naamwoord.

Slide 11 - Open vraag

De plaats van  "om ... te"  in een zin
Meestal staat het stukje met "om ... te"  achteraan in de zin:

Je gebruikt een pan om rijst te koken.
Ik leer Nederlands om goed te kunnen communiceren.

Slide 12 - Tekstslide

M A A R:
Je kunt de zin ook vaak omdraaien:

Om rijst te koken, gebruik ik een pan.
Om goed te kunnen communiceren, leer ik Nederlands.

Slide 13 - Tekstslide

Is de infinitief (het hele werkwoord) een scheidbaar werkwoord, dan komt  "te"  tussen de twee scheidbare delen van het werkwoord.
(opstaan) Het is nog te vroeg om op te staan.
(teruggeven) Hij was vergeten het boek terug te geven.
(ophalen) Hij komt morgen om het boek op te halen.

Slide 14 - Tekstslide

Maak een zin met "om ... te" met een scheidbaar werkwoord

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Video

Wat heb je geleerd in deze les.
timer
2:30

Slide 17 - Open vraag

Noem een verbeterpunt voor deze les.
timer
2:00

Slide 18 - Open vraag