Module 2 - 2.3 Ziektebeeld

• Coach
• MBO
• Studiejaar 1

Meetmoment 2.3 Ziektebeelden

Module 2

Meetmoment 'Werkstuk ziektebeelden'

Je gaat aan de slag met het maken van een werkstuk over een ziektebeeld. Bij voorkeur kies je wat op je stage voorkomt. Is dit niet mogelijk, dan kies je wat anders.

Je werkstuk bestaat uit minimaal 8 pagina’s inclusief voorblad, inhoudsopgave en inleiding.

Lettertype Calibri/Times New Roman/Arial, tekstgrootte 11/12.

Gedurende de lessen BG2 maak je verder kennis met ziektebeelden. 

Wat komt er in je verslag:
- Je begint je werkstuk met een voorblad waarop staat: naam, opdracht, klas, datum en coach;

- Je voegt een inhoudsopgave toe;

- Je hebt een inleiding geschreven waarin je vertelt over welk ziektebeeld jij je werkstuk schrijft en waarom;

- Je hebt een inleiding geschreven waarin je ook de beginsituatie van de cliënt(en) toelicht;

- Je werkt de volgende hoofdstukken in eigen woorden uit in je werkstuk:

1) Wat het ziektebeeld inhoudt;

2) Wat de oorzaken zijn;

3) Wat de gevolgen zijn;

4) Welke begeleiding van belang is;

5) Wat de prognose en behandeling is;

6) Een voorbeeldcasus vanuit stage (of van internet).

- Je schrijft het verslag in eigen woorden, mocht je te hoog scoren op plagiaat dan wordt dit gezien als fraude;

- Er is een bronvermelding aanwezig;

- Zorg dat je werkstuk er aantrekkelijk uitziet en vul deze aan met foto’s en afbeeldingen die passend zijn bij de tekst.

Criteria 1:

De student heeft een ziektebeeld gekozen en verwerkt in het werkstuk.

De student heeft van het ziektebeeld de volgende punten verwerkt : oorzaak, symptomen/ kenmerken.

Criteria 1

Voorbeelden ziektebeelden:

• Autisme

• ADHD

• Bipolaire stoornis

• Syndroom van Down

• Fragiele X syndroom

• Syndroom van Angelman

• Niet aangeboren Hersenletsel (NAH)

• Diabetisch

• Spierziekte

• Hersenverlamming

Criteria 2:

De student heeft het werkstuk overzichtelijk uitgewerkt.

De student heeft een werkstuk gemaakt waarin gebruik is gemaakt van een voorblad, inhoudsopgave, inleiding, de verschillende hoofdstukken en een bronvermelding. Daarnaast heeft de student het werkstuk aangevuld met foto’s/afbeeldingen passend bij de tekst.

Criteria 2

1. Voorblad

Naam, opdracht, klas, datum en coach

2. Inhoudsopgave

Opsomming van wat je in het werkstuk gaat bespreken per hoofdstuk

3. Inleiding/beginsituatie cliënt

Hierin komt de keuze voor je stoornis, syndroom of ziektebeeld terug

4. Hoofdstukken

Minimaal de volgende hoofdstukken laat je terugkomen: 

1) Wat het ziektebeeld inhoudt;

2) Wat de oorzaken zijn;

3) Wat de gevolgen zijn;

4) Welke begeleiding van belang is;

5) Wat de prognose en behandeling is;

6) Een voorbeeldcasus vanuit stage (of van internet).

5. Bronvermelding

Websites (linkjes), boeken, tijdschriften, personen die je hebt gebruikt voor de inhoud van je werkstuk.

6. Lay-out

Zorg ervoor dat het er aantrekkelijk uitziet en voeg foto's en afbeeldingen toe die passend zijn bij de tekst.

Criteria 3:

De student beschrijft wat de oorzaak/oorzaken kunnen zijn bij het ziektebeeld.

De student beschrijft de oorzaak/oorzaken bij het ziektebeeld en licht zijn antwoorden toe. 

Criteria 3:

Voorbeelden:

Oorzaken syndroom van down: Iemand met downsyndroom heeft van een bepaald chromosoom  geen twee maar drie exemplaren in elke cel. Downsyndroom is een aangeboren aandoening.

Oorzaken NAH: Beschadiging van de hersenen door... Trauma: verkeersongeluk, val.

Beroerte of CVA (herseninfarct of hersenbloeding)

Zuurstoftekort na een hartinfarct

Tumor

Infectie, ontsteking van de bloedvaten...

Criteria 4:

De student beschrijft hoe het ziektebeeld van invloed is op de manier van begeleiden.

De student beschrijft hoe het ziektebeeld invloed heeft op de manier van begeleiden. De student licht dit toe met minimaal drie voorbeelden.

Criteria 5:

De student geeft aan wat het ziektebeeld voor gevolg(en) kan hebben voor de cliënt. 

De student beschrijft de gevolgen en licht deze toe met minimaal drie voorbeelden.

Criteria 5:

Voorbeeld NAH:

Veel voorkomende klachten zijn:

- Lichamelijke problemen, zoals slecht lopen of niet meer kunnen zien

- Vaak hoofdpijn hebben en snel moe zijn

- Moeite hebben met je concentreren

- Lastig kunnen communiceren, omdat je niet uit je woorden komt of niet meer begrijpt wat de ander zegt

- Snel geprikkeld of boos worden

- Psychische problemen hebben, zoals stemmingswisselingen of waanideeën

Criteria 6:

De student beschrijft hoe de prognose en behandeling bij het ziektebeeld er uit ziet.

De student beschrijft de prognose en behandeling. Dit wordt toegelicht met minimaal drie voorbeelden.

Beoordeling

80% van het totaal aantal punten is niveau 4. Als 1 criteria onvoldoende is, is de gehele opdracht onvoldoende. 

Alle onderdelen moeten minimaal voldoende zijn om het meetmoment te behalen. Ieder punt dat onvoldoende is, dient herkanst te worden.

Deadlines

Zondag 21 januari 2024 vóór 23:59 uur.

Denk er aan: niet ingeleverd = eerste kans verkeken!