Onregelmatige werkwoorden

Welkom 


Binnen = beginnen 

Pak je boek en ga naar de juiste pagina. 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 


Binnen = beginnen 

Pak je boek en ga naar de juiste pagina. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
We gaan deze week aan de slag met onregelmatige werkwoorden. 

  • Spelling - hoofdstuk 7 - onregelmatige werkwoorden 




Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 
Deze week gaan wij aan de slag met onregelmatige werkwoorden. 

1: Je spelt de persoonsvorm van onregelmatige werkwoorden zijn, hebben, kunnen, willen en zullen.

2: Je spelt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en verleden tijd.


Slide 4 - Tekstslide

Soorten werkwoorden 

Slide 5 - Tekstslide

Sterke  werkwoorden 

Wat zijn sterke werkwoorden?

Kun je ook voorbeelden bedenken?

Slide 6 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden 

Wat zijn zwakke werkwoorden?

Kun je ook voorbeelden bedenken?

Slide 7 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden 
De Nederlandse taal kent vijf veelgebruikte werkwoorden met afwijkende werkwoordsvorm. 

Je schrijft deze werkwoorden anders dan andere werkwoorden.

Welke werkwoorden zijn dat?

Slide 8 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
De vijf werkwoorden zijn: zijn, hebben, willen, kunnen en zullen.




Slide 9 - Tekstslide

Weektaak 
Wat moet je maken?  H7 - §12 onregelmatige werkwoorden  
  • Rood blz. 232: opdracht 1 tot en met 5
  • Blauw blz. 240:  opdracht 1 tot en met 5

    H7 - §13 onregelmatige werkwoorden 
  • Oranje blz. 248: opdracht 1 tot en met 5


Wat moet je doen als je klaar bent?
  • Steek je hand op en dan kom in bij je langs
  • Bij akkoord krijg je een nakijkformulier 
  • Klaar met nakijken? Lezen of bezig met een ander vak



Slide 10 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
Even herhalen m.b.v. een filmpje 

Slide 11 - Tekstslide

Alles afmaken 

Slide 12 - Tekstslide

Weektaak deze week: 
Wat moet je maken? H7 - §12 onregelmatige werkwoorden
Rood blz. 232: opdracht 1 tot en met 5
Blauw blz. 240: opdracht 1 tot en met 5

H7 - §13 onregelmatige werkwoorden
Oranje blz. 248: opdracht 1 tot en met 5

Weektaak van vorige week
Wat moet je maken? H7 - §5 verkleinwoorden
Rood blz. 222: opdracht 1 tot en met 6
Blauw blz. 230: opdracht 1 tot en met 8
Oranje blz. 236: opdracht 1 tot en met 7


Wat moet je maken: H7 - §4 meervouden
Rood blz. 220: opdracht 1 tot en met 3
Blauw blz. 228: opdracht 1 tot en met 7
Oranje blz. 234: opdracht 1 tot en met 5





Overige weektaken:

Wat moet je maken? H5 - §2 persoonsvorm
  • Rood blz. 200: opdracht 1 tot en met 4
  • Blauw blz. 200: opdracht 1 tot en met 6
  • Oranje blz. 202: opdracht 1 tot en met 5


Wat moet je maken? H5 - §4 onderwerp
  • Rood blz. 202: opdracht 2 tot en met 4
  • Blauw blz. 204: opdracht 1 tot en met 6
  • Oranje blz. 206: opdracht 1 tot en met 5

Wat moet je maken?  H5 - §6 werkwoordelijk gezegde  
  • Rood: Ga verder met de weektaak van vorige week 
  • Blauw blz. 208: opdracht 1 tot en met 6
  • Oranje blz. 210: opdracht 1 tot en met 5

Klaar met alle opdrachten? Kom bij mij langs en laat alles zien. 
Check: Zorg dat je alles heb nagekeken!

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting
Deze week gaan wij aan de slag met onregelmatige werkwoorden.

1: Je spelt de persoonsvorm van onregelmatige werkwoorden zijn, hebben, kunnen, willen en zullen.
2: Je spelt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en verleden tijd.




Slide 14 - Tekstslide