Voorbereiding proefwerk H4. 2BK

Wat gaan we doen deze live les?
  • Uitleg over de toets: waar, hoe, wat
  • Oefenen voor de toets
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen deze live les?
  • Uitleg over de toets: waar, hoe, wat
  • Oefenen voor de toets

Slide 1 - Tekstslide

Hoe ga je naar de toets?
  • Ga naar online naar Nieuw Nederlands
  • Bovenin zie je 'Digitaal Toetsen' staan, klik daarop
  • Nu zie je de toets staan


  • De toets telt 1 x mee


Slide 2 - Tekstslide

Digitale toets - afspraken
  • Je hebt een lesuur de tijd. De toets gaat precies op tijd open.
  • Wees niet te laat, maar ook niet te vroeg.

  • Je kunt natuurlijk  dingen opzoeken. Als je alles opzoekt, krijg je de toets nooit af.

Slide 3 - Tekstslide

Vragen??
Stel ze dan! 

Via de chat of live

Slide 4 - Tekstslide

Voorbereiding proefwerk H4 

Slide 5 - Tekstslide

hoofdstuk 4

Slide 6 - Woordweb

Welke achtervoegsels ken je?

Slide 7 - Woordweb

Wat is de betekenis van het achtervoegsel
-loos?

Slide 8 - Open vraag

Wat is de betekenis van het achtervoegsel
-lijks?

Slide 9 - Open vraag

over de hele wereld
verdeeld
zeker
verschillende
echt
verspreid
wereldwijd
origineel
ongetwijfeld
diverse

Slide 10 - Sleepvraag

Wat hoort niet in het rijtje thuis?
A
elegante
B
gunstige
C
positieve

Slide 11 - Quizvraag

Wat hoort niet in het rijtje thuis?
A
gebruiken
B
erkennen
C
toepassen

Slide 12 - Quizvraag

Als je het meewerkend voorwerp wilt vinden, kan je bekijken of je het woord AAN of VOOR kunt weglaten of toevoegen in een zin.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de goede volgorde als je gaat ontleden?
A
pv - ow - gez - lv -mv
B
gez - lv - ow - pv - mv

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?

Mijn zoons hebben mij een tekening gegeven.

Slide 15 - Open vraag

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin:

Ik stuurde via Teams een berichtje aan de klas.

Slide 16 - Open vraag

Mag ik ..... fiets lenen?
A
jou
B
me
C
jouw

Slide 17 - Quizvraag

.... tante kan goed tennissen.
A
Mijn
B
Me
C
Mij

Slide 18 - Quizvraag

De bezoekers hielden .... jas aan.
A
zijn
B
hen
C
haar
D
hun

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord van
beloning?

Slide 20 - Open vraag

Wat is het verkleinwoord van
tekening?

Slide 21 - Open vraag

Wat is het verkleinwoord van
cola?

Slide 22 - Open vraag

Hoe ging het?
Moet je nog veel leren?

Of ben je al goed voorbereid?

Slide 23 - Tekstslide