Een
verkleinwoorden maak je meestal door het achtervoegsel -je achter een zelfstandig naamwoord te plakken.
huis-huisje, stok- stokje
Soms moet je ook nog iets anders veranderen:
*stoel - stoeltje *boom-boompje
*ketting- kettinkje *auto-autootje
bijvoorbeeld:
In dat lokaal ligt mijn jas.
Wat is jouw mening over de nieuwe juf.