H2 Herhaling

Welkom
Hoofdstuk 2 
Herhaling paragraaf 2.1 en 2.2
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
Hoofdstuk 2 
Herhaling paragraaf 2.1 en 2.2

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?

  • Terugblik
  • Doelen van deze les
  • Zelfstandig werken
  • Verlengde instructie
  • Afsluiting / vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

- formule
- tabel
- grafiek
- begingetal
- stijggetal
- daalgetal 
- getal onder de hand
- inklemmen
Wat weten we al?

Slide 3 - Tekstslide

Pak voor je:

- werkboek
 - potlood of pen
- rekenmachine
- geodriehoek

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling H2
Deze les is een herhaling van alle stof die je de afgelopen lessen hebt gehad. Als je weet hoe je de vragen in deze les moet oplossen, dan ben je al goed bezig. Lukt dit niet, dan zul je extra moeten oefenen

Slide 5 - Tekstslide

Welke afstand moet Marcel nog lopen na 1 uur volgens deze formule:
afstand in km = 42 - 10 x de tijd in uren
A
42
B
52
C
32
D
38

Slide 6 - Quizvraag

afstand in km = 42-10 x tijd in uren
Vul de tabel in:
bijv. 0=... , 2=...

Slide 7 - Open vraag

afstand in km = 42 - 10 x de tijd in uren
Marcel moet nog 17 km lopen, hoeveel uur moet hij nog lopen?
A
2,5 uur
B
3 uur
C
2 uur
D
1,5 uur

Slide 8 - Quizvraag

Formule:
Maud: inkomsten in € = 9 + 5 x de tijd in uren
Vul de tabel in. 0=... , 4=...

Slide 9 - Open vraag

Formule:
Tom: inkomsten in € = 3 + 6 x tijd in uren
Vul de tabel in:

Slide 10 - Open vraag

Formule:
Tom: inkomsten in € = 3 + 6 x tijd in uren
Maud: inkomsten in € = 9 + 5 x tijd in uren
Wie verdient er meer na 3 uur werken? Hoeveel meer?

Slide 11 - Open vraag

Los de volgende vergelijking op met inklemmen
2,00 + 5 x prijs per schrift = 14,50

Slide 12 - Open vraag

Aan de slag met
Herhaling 2.1 en 2.2
blz. 114 en 115


Eerste 8 minuten in STILTE werken
timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Donderdag SO 2.1 en 2.2 
Leren: samenvatting blz. 107

Neem mee:
potlood, pen, geodriehoek en rekenmachine 

Slide 14 - Tekstslide

Bij een woordformule opstellen staat op de tweede plek ...........
A
'Staat bij de verticale as'
B
Stijg-/daalgetal
C
Begingetal
D
'Staat bij horizontale as'

Slide 15 - Quizvraag

Bij een woordformule opstellen start ik met ...........
A
'Staat bij de verticale as'
B
Stijg-/daalgetal
C
Begingetal
D
'Staat bij horizontale as'

Slide 16 - Quizvraag

Bij een woordformule opstellen staat op de derde plek ...........
A
'Staat bij de verticale as'
B
Stijg-/daalgetal
C
Begingetal
D
'Staat bij horizontale as'

Slide 17 - Quizvraag

Bij een woordformule opstellen staat op de vierde plek ...........
A
'Staat bij de verticale as'
B
Stijg-/daalgetal
C
Begingetal
D
'Staat bij horizontale as'

Slide 18 - Quizvraag

Maak de woordformule bij de grafiek.

Slide 19 - Open vraag