Economisch bekeken - H5.2 Vast en incidenteel - GT

5.2 Vast en incidenteel (GT)
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.2 Vast en incidenteel (GT)

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • vertellen welke inkomsten en uitgaven een huishouden heeft.
  • verschillende soorten uitgaven noemen en keuzes maken.
Paragraaf 5.1 Inkomsten en uitgaven

Slide 3 - Tekstslide

Er zijn verschillende soorten inkomsten:
- Inkomsten met tegenprestatie.
- Inkomsten zonder tegenprestatie.

Huishoudelijke uitgaven zijn:
- uitgaven voor de normale
- boodschappen voor het
-  huishouden.


Paragraaf 5.1 Inkomsten en uitgaven

Slide 4 - Tekstslide

Onze behoeften zijn onbeperkt,  maar je kunt je geld maar één keer uitgeven.

Je moet kiezen en het belangrijkste gaat dan voor. Iedereen moet prioriteiten stellen, wordt in de economie gezegd.

Persoonlijke uitgaven zijn  kleinere uitgaven bestemd voor  één persoon in een huishouden.


Paragraaf 5.1 Inkomsten en uitgaven

Slide 5 - Tekstslide

Duurzame gebruiksgoederen zijn spullen die lang meegaan.

Verbruiksgoederen zijn goederen, die maar 1 keer worden gebruikt.




Paragraaf 5.1 Inkomsten en uitgaven

Slide 6 - Tekstslide

5.2 Vast en incidenteel (GT)

Slide 7 - Tekstslide

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • zowel vaste uitgaven als onregelmatige uitgaven van een
      gezin benoemen.
  • benoemen hoe je met vaste uitgaven en onregelmatige
      uitgaven rekening kunt houden.
Wat gaan we leren?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

  • Vaste lasten zijn uitgaven die
     regelmatig voorkomen,
     bijvoorbeeld maandelijks, per
     kwartaal of halfjaarlijks.

  • Voorbeelden: Huur, gas, water,
      licht, zorgverzekering, hypotheek,
      telefoonabonnement, loterijen,
      etc.


Vaste lasten

Slide 10 - Tekstslide

  • Incidentele uitgaven zijn grote
      uitgaven vanwege tegenvallers,
      reparaties, vervanging of
      aankoop van duurzame
      gebruiksgoederen.

  • Voorbeelden: Een nieuwe
      wasmachine, vakantie,
      schade aan de auto, etc.


Incidentele uitgaven
€ 164,50

Slide 11 - Tekstslide

Als je toestemming geeft om regelmatig bedragen van je bankrekening af te schrijven. 
Dus vooral voor de vaste lasten!
Automatische incasso

Slide 12 - Tekstslide

Sparen - reserveren

Slide 13 - Tekstslide

Waarom reserveren?
Duurzame gebruiksgoederen moeten vervangen worden.
Beperkte gebruiksduur
  • Kapot
  • Verouderd
  • Betere alternatieven

Slide 14 - Tekstslide

Sparen
aankoopbedrag : aantal spaarmaanden 
= spaarbedrag per maand

Ik heb een nieuwe iPhone gekocht
van 600 euro. Ik heb voor deze 
telefoon 12 maanden gespaard.
Hoeveel heb ik per maand gespaard?

Slide 15 - Tekstslide

Sparen
Prijs: 300 euro
Ik krijg elke maand  20 euro
zakgeld. Hoeveel maanden
moet ik sparen voor een PS4?

aankoopbedrag : spaarbedrag per maand
aantal spaarmaanden

Slide 16 - Tekstslide

OPDRACHTEN
  • Maak de introductievragen (opdracht 1 t/m 3) op
     pagina 12-13, als deze nog niet af is!
  • Klaar? Ga dan aan de slag met het huiswerk. Dat zijn
     opgave 4 t/m 10 op bladzijde 14-15




  • Alles wat je hier doet, hoef je thuis minder te doen!



timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les (do 10-04):

  • Maken opgaven 1 t/m 10 van hoofdstuk 5.2 Inkomsten en uitgaven op bladzijde
    12 t/m 15

Huiswerk

Slide 18 - Tekstslide