Hww en zww
1 / 11
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het hulpwerkwoord?
Wie is naar dat concert geweest?
A
geweest
B
is
Slide 2 - Quizvraag
'Fietsen' kan een hulpwerkwoord zijn.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
De persoonsvorm is altijd een hulpwerkwoord.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Wat is kenmerk van een hulpwerkwoord?
A
helpt het belangrijkste werkwoord in de zin
B
kan als enig werkwoord in een zin staan
C
belangrijkste werkwoord in een zin
Slide 5 - Quizvraag
Kan je meer hulpwerkwoorden in een in hebben?
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quizvraag
Ik ben naar de kapper geweest.
ben=
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
Slide 7 - Quizvraag
Ik heb gegeten
Het zelfstandig werkwoord is:
Het zelfstandig werkwoord is:
A
heb
B
ik
C
gegeten
Slide 8 - Quizvraag
Is "werd" een zelfstandig werkwoord?
Er werd wat geglimlacht: van mij naar hem
Er werd wat geglimlacht: van mij naar hem
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een zelfstandig werkwoord?
A
Werkwoord dat de actie aangeeft in de zin
B
Werkwoord dat een ander werkwoord helpt
C
voltooid deelwoord
Slide 10 - Quizvraag
Hoeveel zelfstandig werkwoorden kan een zin hebben?
A
0
B
1
C
2
D
maakt niet uit
