Opkomst van handel en ambacht

Tijd van steden en staten
1000-1500


De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Tijd van steden en staten
1000-1500


De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving

Slide 1 - Tekstslide

tot 1000,Vroege middeleeuwen
West-Europa = 

  • agrarische samenleving
  • autarkisch
  • hofstelsel 
  • horigheid 
vanaf 1000,Late middeleeuwen
West-Europa

  • agrarisch-urbane samenleving
  • handel & ambacht

Slide 2 - Tekstslide

Oorzaken
  • toename van de veiligheid (Vikingen komen niet meer)
  • toename voedselproductie 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Toename voedselproductie 
  • meer landbouwgrond door ontginningen en inpolderingen
  • technische verbeteringen; ijzeren ploeg, Arabisch halsjuk 
  • drieslagstelsel

Slide 5 - Tekstslide

Inpolderingen

Slide 6 - Tekstslide

Ijzeren ploeg, die dieper ploegt

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide


Het drieslagstelsel

  • Als landbouwgrond elk jaar wordt gebruikt, dan wordt de grond onvruchtbaar, waardoor de oogst steeds minder werd.
  • Met het drieslagstelsel werd de grond verdeeld in drie stukken, waarbij elk jaar één stuk grond niet gebruikt werd (braak). Wel vee erop laten lopen................. ?
  • Hierdoor kon de grond herstellen en werd de opbrengst hoger.

Slide 9 - Tekstslide

landbouwverbetering 3: Drieslagstelsel

Slide 10 - Tekstslide

Gevolgen
  • Sterke bevolkingsgroei
  • Toename van handel

Hierdoor ontstaan weer steden 

Slide 11 - Tekstslide

1000 tot 1300 --> 30 miljoen mensen extra!
Dankzij het voedseloverschot dat ontstond door landbouwverbeteringen!

Slide 12 - Tekstslide


De stad
  • De meeste steden hadden een plein, waarop markten werden gehouden.
  • De belangrijkste markt was de jaarmarkt, die een paar weken duurde.
  • Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.

Slide 13 - Tekstslide

Belangrijke handelsgebieden
  • Vlaamse handelssteden
  • Noord-Italiaanse stadstaten 
  • Hanze steden

Slide 14 - Tekstslide

Europese handelsgebieden

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Een Kontor was in de middeleeuwen een vestiging van Hanzekooplieden in het buitenland.

Slide 17 - Tekstslide

Koggeschip
2
De kracht van het koggeschip lag vooral in het feit dat het per keer een grote lading (onder andere graan, laken, wol, haring, hout en zout) kon vervoeren en daarmee was het uitermate geschikt voor het toen opkomende transport van bulkgoederen. Het was een robuust vaartuig, de houten scheepshuid bood de lading een goede bescherming tegen de golven.
1
Dit is een koggeschip. Hiermee vervoerden Hanzesteden hun handelswaar (spullen). Zo'n schip was 30 meter lang (3 x een klaslokaal) en kon wel 200.000 kilogram vervoeren. 

Stel je voor, ieder kind weegt 60 kg, dan zou het TAK 78.000 kg wegen. Doe er de leerkrachten (12.000 kg) bij en dan heb je 100.000 kg. 

Een koggeschip kon 2x het TAK vervoeren. 
Of het gewicht van 35 Afrikaanse olifanten. 

Slide 18 - Tekstslide

Burgers verlaten de steden; er ontstaat een agrarische samenleving
Volksverhuizingen maken een einde aan het West-Romeinse Rijk
Boeren zoeken bescherming bij landheren
Boeren gaan gebruik maken van het drieslagstelsel
Steden gaan samenwerken om hun kooplieden te beschermen

Slide 19 - Sleepvraag

0

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Wat is het belangrijkste kenmerk van de opkomst van de steden
A
het hofstelsel
B
het ontstaan van ruilhandel
C
het ontstaan van een geldeconomie
D
het feodale stelsel

Slide 22 - Quizvraag

wie werkten er samen in de Hanze?
A
landen
B
steden
C
koningen

Slide 23 - Quizvraag

Welke handelswaar kwam uit Oost-Europa
A
hout, graan en bont
B
specerijen
C
stoffen en wijn
D
graan en haring

Slide 24 - Quizvraag

Welke handelswaar kwam uit Vlaanderen?
A
kaas en brood
B
stoffen en wijn
C
vis en stoffen
D
hout, graan en bont

Slide 25 - Quizvraag

Leg uit wat het verband is tussen het ontstaan van de Hanze en het ontbreken van een sterke staat.

Slide 26 - Open vraag


Lees § 4.1
maak opdr. 1 + 2 (blz. 80) 

Slide 27 - Tekstslide