thema 6 - H1 - moeilijke woorden les 1



Op je tafel :
- iPad
- boek VIA Vooraf
- pen

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les



Op je tafel :
- iPad
- boek VIA Vooraf
- pen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe voel je je op dit moment?
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

thema 6
Werk

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van vandaag
Ik luister goed naar de uitleg en doe actief mee

Ik ken de moeilijke woorden en de betekenis van de moeilijke woorden van thema 5

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het werk

Het vervoer

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 1 - moeilijke woorden
We gaan alle moeilijke woorden van bladzijde 187 en 188 bespreken en er mee oefenen.

Ga er goed voor zitten, want hier komen ze ......

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De collega


  • Iemand die bij dezelfde organisatie werkt als jij.

Slide 7 - Tekstslide

Mijn collega en ik nemen vaak de telefoon op in ons bedrijf. 
Het contract
  • Een officieel papier waarop afspraken staan.

Slide 8 - Tekstslide

In jouw contract staat hoeveel geld je per uur verdient en hoeveel uur je daarvoor moet werken. 
Het CV
  • Jouw persoonlijke gegevens en een overzicht van wat je allemaal geleerd en gedaan hebt.

Slide 9 - Tekstslide

Volgens zijn CV heeft Ahmed veel ervaring met het werken met mensen.
Fulltime
  • Voltijd, ongeveer 40 uur in de week (5 x 8 uur)

Slide 10 - Tekstslide

Naast een fulltime baan op kantoor werkt Michel ook nog in het weekend. 
De functie
  • De baan

Slide 11 - Tekstslide

Wat doet iemand met jouw functie eigenlijk de hele dag? 
De inzet
  • De inspanning, dat je jouw best doet.

Slide 12 - Tekstslide

Omdat de inzet van Lisa altijd zo groot is, krijgt zij een hoger loon van haar baas. 
De motivatie
  • De zin die je hebt om iets te doen.

Slide 13 - Tekstslide

Of je deze baan krijgt, hangt niet alleen af van je CV, maar vooral van je motivatie.
Parttime
  • Deeltijd, minder dan 40 uur per week

Slide 14 - Tekstslide

Omdat Romy parttime werkt, heeft zij veel tijd voor haar hobby.
Het salaris
  • Het geld dat je verdient met jouw werk

Slide 15 - Tekstslide

Waneer Mayra haar salaris ontvangen heeft, gaat zij meteen winkelen.
solliciteren
  • proberen een baan te krijgen, bijvoorbeeld door een brief te schrijven.

Slide 16 - Tekstslide

Mijn broer is aan het solliciteren naar een baan als tuinman
Het uitzendbureau
  • Een bedrijf dat werknemers tijdelijk bij andere bedrijven laat werken.

Slide 17 - Tekstslide

Ons bedrijf heeft via een uitzendbureau extra personeel ingehuurd. 

de vacature
  • Een baan waarvoor iemand gezocht wordt

Slide 18 - Tekstslide

Omdat de man stopte met werken, ontstond er een vacature bij die fabriek.
de verantwoordelijkheid
  • Ervoor moeten zorgen dat iets goed gebeurt. Je kunt dan de schuld krijgen als het fout gaat. 

Slide 19 - Tekstslide

De directeur van deze bank heeft een baan met veel verantwoordelijkheid.
de waardering
  • Dat iemand laat merken dat hij vindt dat je goede dingen doet.

Slide 20 - Tekstslide

Voor haar goede werk kreeg Eline veel waardering. 
Het zelfvertrouwen
  • Het vertrouwen dat je in jezelf hebt, zeker van jezelf zijn.

Slide 21 - Tekstslide

Het geeft je zelfvertrouwen als jouw baas zegt dat je goed werk levert. 
Maak een goede zin bij het woord:
collega

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een goede zin bij het woord:
fulltime

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een goede zin bij het woord:
motivatie

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met het woord:
vacature

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort bij deze betekenis:
"een officieel papier waarop afspraken staan."
A
de collega
B
het contract
C
het CV
D
de functie

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort bij deze betekenis:
"de inspanning, dat je jouw best doet."
A
fulltime
B
parttime
C
de inzet
D
de functie

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord:
"fulltime"

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord:
"de waardering"

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

funcite
zelfvertrouwen
CV
uitzendbureau
verantwoordelijkheid

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ken de betekenis van de woorden van thema 6
Ja, helemaal
De meeste woorden ken ik, maar een paar nog niet
Ik ken er een paar, de rest moet ik nog oefenen
Ik ken er nog geen 1 en mag nog veel gaan oefenen

Slide 31 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

En nu zelf....
Thema 6 - hoofdstuk 1.
  • Op blz. 189 t/m 191 maak je opdracht 3 en 4. Ben je klaar?Studiemeter: thema 6 moeilijke woorden - woordenschat
timer
10:00

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies