Coping en Taalproblemen

Coping en Taalproblemen 
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BegeleidenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Coping en Taalproblemen 

Slide 1 - Tekstslide

  1. sleutels meenemen
  2. copingspel geprint
  3. Online dobbelsteen QR

les 2: 
suikerklontjes
blinddoek

mag meer doen in deze les!! te saai..

Welke valkuil in communicatie ken je nog van vorige week..

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik werk hier al jaren dus neem van mij maar aan dat ik weet waar ik het over heb is een vorm van
A
drogreden met autoriteitsargument
B
drogreden met argument van gevolg
C
drogreden met een strikvraag
D
drogreden met een relatiegericht element

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4 elementen boodschap
1. Inhoud
2. Expressie
3. Relatie
4. Appelerend (beroep doen op)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Optie student meekijken uitzetten bij volgende opdr.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Valkuilen/ stereotyperen- generaliseren

beeld bij... visualiseren
Boeren gezin

Arm gezin




Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Drones door stal..
5x per jaar op vakantie
Vrouw logopedie praktijk aan huis..
Kinderen tweetalig opvoeden in nl en spaans.

willen emigreren.

Slide 8 - Tekstslide

Vraag hoe zie je dat iemand arm is..

En welke oordelen leggen we hierop..
Valkuilen= belemmeringen in communicatie..

Het vertroebeld de puurheid (feiten) van informatie of de ontmoeting met elkaar

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ga jij meestal om met tegenslagen? geef een voorbeeld..

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een copingstrategie?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Copingstijl of strategie
Psychologen noemen de manier waarop je geneigd bent om om te gaan met stressvolle omstandigheden en tegenslagen, je ‘copingstijl’. Coping is afgeleid van het Engelse begrip ’to cope with’ wat letterlijk betekent ‘kunnen omgaan met of opgewassen zijn tegen’. Het effect dat een probleem op je heeft, wordt grotendeels bepaald door je copingstijl en de manier waarop je reageert verschilt per situatie.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

copingstijl-strategie: (probleem-emotie gericht)
  1. • Actief aanpakken: het probleem wordt geanalyseerd en opgelost.
  2. • Sociale steun zoeken: troost en begrip zoeken bij anderen, samen met een ander het probleem oplossen.
  3. • Vermijden: het probleem wordt ontkend en vermeden.
  4. • Verdoven: men richt zich op andere dingen dan het probleem. In extreme vorm kan dit leiden tot verslavingen.
  5. • Depressief reactiepatroon: piekeren, zichzelf de schuld geven, twijfel aan zichzelf.
  6. • Expressie van emoties: het probleem leidt tot frustratie, spanning en agressie.
  7. • Geruststellende gedachten en wensdenken: men houdt zich voor dat het probleem vanzelf wel goed komt of dat anderen het nog veel zwaarder hebben.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoogstwaarschijnlijk heb je meerdere copingstijlen, al zal je waarschijnlijk één favoriete stijl hebben die bij jouw karakter past. Het hebben van verschillende copingstijlen kan nuttig zijn, omdat geen enkele copingstijl altijd effectief is. Sommige copingstijlen zorgen ervoor dat je je op de korte termijn beter voelt, maar lossen het probleem op de langere termijn niet op

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kwam er uit jouw test?
Actief aanpakken
verdoving
vermijden
steun
passief
expressief emotie
geruststellende gedachten

Slide 15 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: Set kaarten
  • zoek bij elke copingstijl een situatie (via digitale dobbelsteen QR)
  • Ga in gesprek hoe diegene vanuit deze coping op de situatie zou reageren. 
  • En welke coping stijl wellicht kan helpen in deze situatie om in te zetten als de voorkeursstijl niet effectief is.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Coping zijn sleutels om leerprocessen aan te gaan en kan je daarna een succesgevoel of faalgevoel geven.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden wat je kunt inzetten

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Coping is vaak een bescherming
  • Ooit werkten het zo, kon ik het zo oplossen of verbeteren
  • Als je dat doet heb je weer grip
  • Hoef ik niet te voelen
  • Ik weet het niet anders op te lossen dan het zo aan te pakken
  • Het is ENG/ STRESS reactie dus ik ga FIGHT, FLIGHT, FREEZE

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedicht daarbij
Als je doet wat je altijd deed krijg je wat je altijd kreeg. 
Als je doet wat je altijd deed krijg je wat je altijd kreeg. 
Als ik blijf kijken zoals ik altijd heb gekeken Blijf ik denken zoals ik altijd dacht. 
Als ik blijf denken zoals ik altijd heb gedacht Blijf ik geloven wat ik altijd heb geloofd.
 Als ik blijf geloven wat ik altijd heb geloofd, Blijf ik doen zoals ik altijd heb gedaan.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taalproblemen
les 2

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

taalproblemen zijn:
  1. - laaggeletterd zijn
  2. - taalstoornis
  3. - taalverschil
  4. - praten via tolk

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is laaggeletterd zijn?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1. Laaggeletterd:
moeite met lezen en schrijven
Ook daarnaast alle verbale vormen van communicatie in die taal

Analfabetisme : grieks niet bekent met het alfabet

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor impact heeft laaggeletterdheid op iemand zijn deelname aan de maatschappij?
0= geen invloed en 100 extreme invloed
-2100

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je laaggeletterd zijn
bespreek met je buurvrouw/man en noem 3 kenmerken (boek mag je gebruiken of internet.)
  • Groen lezen/ opzoeken
  • oranje bespreken met duo
  • Rood: opschrijven voor nabespreking

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

boek blz 32
zie voorbeelden van smoezen en hints

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoevraag: Ik ken de volgende taalstoornis

Hoek 1: Autisme
Hoek 2: TOS
Hoek 3: Afasie of Mutisme
Hoek 4: NAH

Centrale plek: ik ken ze allemaal

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Link

Mutisme bij een kind
2. Oorzaak taalstoornis:
- aangeboren/ genetisch

- niet aangeboren: Ongeluk / trauma (NAH) , ziekte (blind of doof geworden), dementie

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ga je om met taalstoornissen
bespreek met je buurvrouw/man en noem 3 tips (boek mag je gebruiken of internet.)
  • Groen lezen/ opzoeken
  • oranje bespreken met duo
  • Rood: opschrijven voor nabespreking

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

blz 33
  1. korte zinnen (ja-nee vragen)
  2. rustig spraaktempo, goed articuleren
  3. richten op een onderwerp
  4. doseren van info niet alles tegelijk
  5. geduld
  6. hulpmiddelen (aanwijsboeken, picto's, spraakcomputer, tablet of andere technologie (Google).

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oefening 
suikerklontjes met casus 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. taalverschillen:
verschillen door culturele achtergronden.

cultuur barriere- taalbarriere

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees individueel blz 34-35 en beantwoord

  • wat is een cultuurbarrière
  • hoe praat je met iemand met taal-cultuurbarrière
  • hoe luister je naar iemand met taal-cultuurbarriere 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

communicatie met Tolk

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Link

dovenhofje
Wie is bekend met een Tolk?
Of kent iemand ie doof/ slechthorend is?

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Link

Sam op tv gebarentaal
check:
1.  Wat zijn de 4 meest voorkomende taalproblemen
2. Waar houd je rekening mee bij een taalprobleem?
3. wat zijn hulpmiddelen

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk:
volgende week: theorie groepsvorming
Week erop: check laatste lesweek en werken aan eindopdracht (ZOZ)
Zie inleveren eindopdracht


Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lintopdracht: herhaling (starten met gedicht of lied)

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zie studiewijzer 
6 nov inleveren bij mij via eto

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies