KA H9 en H10

Oefenen met Kenmerkende Aspecten
n
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 43 slides, met tekstslides en 11 videos.

Onderdelen in deze les

Oefenen met Kenmerkende Aspecten
n

Slide 1 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten

Slide 2 - Tekstslide

Tijd van wereldoorlogen

Slide 3 - Tekstslide



De rol van moderne propaganda en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie

Slide 4 - Tekstslide

Wat: een vorm van politieke reclame waarbij je of jezelf beter afbeeld, of de vijand slechter. Je kunt dit verspreiden via posters, film of radio als nieuwe media om het volk te beïnvloeden. 
Dit kan de aanhang van massaorganisaties beïnvloedden, mede met behulp van symbolen, vlaggen, muziek en uniformen. 

Slide 5 - Tekstslide

Oorzaak: totalitaire regimes hebben steun (of angst) van de bevolking nodig om succesvol te worden. Mensen kregen het gevoel ergens bij te (willen) horen.


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme

Slide 8 - Tekstslide

Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme

Wat: een totalitaire samenleving waarin de regering álles voor de inwoners bepaald, gebruik makend van propaganda, censuur en terrorisme.

Wie
Communisme: SU, China, Cuba, Vietnam, Korea (vanaf 1919 en later)
Fascisme: Italië vanaf 1919
Nationaalsocialisme: Duitsland vanaf 1919



Slide 9 - Tekstslide

Het in praktijk brengen van ...
Wat:
Communisme: gelijkheid mbv revolutie en klassestrijd
Fascisme: eenleidersstaat, tegen democratie, met verheerlijking van nationalisme en millitarisme
Nationaalsocialisme: zie fascisme + antisemitisme

Oorzaken: politieke en economische onrust vraagt om een sterke leider

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video



De crisis van het wereldkapitalisme

Slide 12 - Tekstslide

De crisis van het wereldkapitalisme
Wat: wereldwijde economische crisis nav instorten aandelenmarkt VS in 1929

Wie: westerse landen, met name Duitsland

Wanneer : 1929 tot halverwege jaren '30

Slide 13 - Tekstslide

De crisis van het wereldkapitalisme
Oorzaken:
Amerikaanse markt gebaseerd op oorlogsproductie
Kopen op afbetaling en aandelenspeculaties
Leningen vanuit VS aan Europese landen
Gevolgen: 
Grote depressie: honger en armoede, vraag om ingrijpen van (liberale) overheid

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Het voeren van twee wereldoorlogen

Slide 16 - Tekstslide

Het voeren van twee wereldoorlogen
Wat: het voeren van WO I (1914-1918) en WO II (1939-1945)

Wie:
WO I : Triple Entente (EN, FR, RU + VS) tegen Centralen (OH, DU)
WO II: Geallieerden (EN, VS> SU) tegen Nazi Duitsland 
Bij beide oorlogen waren ook de koloniën betrokken, daarom wereldoorlogen


Slide 17 - Tekstslide

Het voeren van twee wereldoorlogen
Oorzaken : 
WO I : industrialisatie, nationalisme, modern imperialisme, bondgenootschappen, militarisme.
De tweefrontenoorlog speelde zich in het westen met name af in de loopgraven. 
WO II: economische wereldcrisis leidt tot opkomst nationaal socialisme en verbreken verdrag van versailles afspraken

Slide 18 - Tekstslide

Het voeren van twee wereldoorlogen
Gevolgen: 
WO I : verdrag van Versailles > Duitsland alle schuld, veel soldaten met Shellshock, Europa in puin > Amerika rijk, oprichting Volkenbond

WO II: verdeling van de wereld tussen VS en SU, omgaan met slachtoffers Holocaust, Europa in puin> Amerika rijk, begin Europese samenwerking

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden

Slide 22 - Tekstslide

Wat: het uitsluiten van een bepaalde bevolkingsgroep op basis van ras en of geloof. In dit geval de volkerenmoord op de joden door de nazi's in WO II. 

Wie: de joodse inwoners van Duitsland en de door de nazi's veroverde landen in Europa. 

Slide 23 - Tekstslide

Oorzaak: door de machtsovername van Hitler kon Hitler de joden tot de zondebok maken en de antisemitische ideeën  en vooroordelen over joden die al bestonden, uitvergroten. 

Gevolg: de Holocaust, waarbij tussen de 5 en 6 miljoen joden werden omgebracht 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

De Duitse bezetting van Nederland

Slide 26 - Tekstslide

De Duitse bezetting van Nederland
Wat: de bezetting van Nederland door Duitsland tussen mei 1940 en mei 1945

Oorzaak; de blitzkrieg waarbij Hitler een derde rijk wilde stichten, waar het Nederlandse volk volgens hem ook bij hoorde (arisch broedervolk)
Gevolg: afschaffing rechtstaat en democratie en Nederland in oorlog

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog 

Slide 29 - Tekstslide

Wat: de Koude Oorlog tussen SU en VS, waarbij beide landen probeerden de  beste (kern)wapens te hebben. Hierdoor kwam het nooit tot een échte 'warme' oorlog, maar bleef het bij een dreiging van een atoomoorlog. 

Wie: SU met communistische landen in SU invloedssfeer
 VS met kapitalistische landen in VS invloedsfeer

Slide 30 - Tekstslide

Oorzaken: wantrouwen VS en SU na verslaan van Duitsland

Gevolgen:
- IJzeren Gordijn dwars door Europa
- Deling van Duitsland in DDR en BRD
- Twee ideologische blokken die tegenover elkaar stonden

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video



De toenemende westerse wervaart die vanaf de jaren 1960 aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen

Slide 33 - Tekstslide

Wat: de ontwikkeling van de consumptiemaatschappij die ervoor zorgde dat er met name  veel veranderde op gebied van:
- seksualiteit en feminisme
- individualisering (voor jongeren)
- geloof

Wie: inwoners van Nederland, met name jongeren en vrouwen

Slide 34 - Tekstslide

Oorzaken:
- door Marshallhulp en wederopbouw sterke economische groei

Gevolgen:
- tweede feministische golf
- ontkerkelijking

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

De eenwording van Europa
1. EGKS> economie (vanaf 1951)
2.Europese Economische Gemeenschap > economie en politiek (vanaf 1958)
3. EU> economie , veiligheid en buitenlandse politiek (vanaf 1992)

Slide 37 - Tekstslide

De eenwording van Europa

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Slide 40 - Tekstslide

De ontwikkeling van een multiculturele en pluriforme samenleving

Slide 41 - Tekstslide

Wat: een maatschappij die bestaat uit verschillende groepen die naast of door elkaar leven

Bij multicultureel kijk je alleen naar autochtoon en allochtoon, bij pluriform kijk je naar autochtoon, allochtoon EN cultuurgroepen die niet met afkomst te maken hebben zoals bijvoorbeeld hippies en feministen.

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video