Tijdvak 9 - overzicht KA

Kenmerkende aspecten
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Kenmerkende aspecten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
KA: De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie

Propaganda en massaorganisatie (vakbonden, jeugdorganisaties, Hitlerjugend) groter door betere bereikbaarheid en terugdringen analfabetisme. Moderne communicatiemiddelen (radio) zorgen voor betere verspreiding. Voornamelijk in het interbellum. Ook totalitaire bewegingen gebruiken propaganda.
Tijd van Wereldoorlogen 1900 - 1950

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
KA: Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme

Communisme
SU (Lenin en Stalin), alle controle, totale gelijkheid, Grote Terreur, collectivisatie , klasseloze maatschappij, tegen kapitalisme en censuur .
Fascisme
Italië (Mussolini), geweld, Romeinen = voorbeeld, nationalistisch
Nationaalsocialisme
Duitsland (Hitler), nationalistisch, geweld, rassenleer, alleenheerschappij, censuur en zekere vrijheid voor individu.
Overeenkomsten: leven, denken en voelen van bevolking beheersen = totalitaire beweging . Democratie is zwakte. Alles in de naam van ideologie.
Tijd van Wereldoorlogen 1900 - 1950

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
KA: De crisis van het wereldkapitalisme

Na WOI crisis en werkloosheid, korte periode van welvaartsstijging (Dawesplan) waarna de koersen hard daalden en opnieuw crisis en werkloosheid geleid tot wereldwijde recessie vanwege wereldeconomie. 
Oorzaken Grote depressie: direct= de beurs, indirect= overproductie. Crisisbestrijding: liberalen zeggen economie laten gaan (maar regering niet consequent), 1933 New Deal zegt stimuleren van uitgaven. Duitsland en SU weinig crisis door voorbereiding oorlog en afstoten kapitalisme .
Tijd van Wereldoorlogen 1900 - 1950

Slide 5 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
KA: Het voeren van twee wereldoorlogen

Eerste Wereldoorlog
veel spanning in EU. Twee bondgenootschappen: Duitsland en Oostenrijk-Hongarije (centraal) en FR, GB en Rusland (geallieerden). Door de moord op kroonprins Servië en ondersteuning van machtsblokken ontstaat WOI. Duitsland voert tweefronten-oorlog met loopgravenoorlog in het westen en in het oosten tegen Rusland. 1917 vrede met Rusland in ruil voor grond. Opstand in Duitsland van arbeiders. Verdrag van Versailles 1919: Duitsland schuldig, herstelbetalingen en zwak leger.
 
Tweede Wereldoorlog
Hitler wil macht over EU en GB voert appeasement politiek. Vanaf 1938 gaat Hitler landen veroveren. Weer bondgenootschappen: geallieerden (VS, GB en SU) en asmogendheden (Duitsland, Japan en Italië). Duitsland kan SU niet verslaan (Stalingrad) en op D-Day landen geallieerden in Normandië, waarmee de overwinning in zicht kwam.
Tijd van Wereldoorlogen 1900 - 1950

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
KA: Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme

In kolonies groeide nationalistisch verzet. Door modern imperialisme en onderwijs komen kolonies de westerse waarden tegen en verzetten tegen de gevestigde orde. Europese landen geven langzaam meer vrijheid, maar niet genoeg. Veel onrust in de kolonies. Er wordt stil verzet gevoerd en verzet op basis van non-coöperatie , ook in EU zelf. Gevolgen WOI: laat zwakte zien van Europa, wens voor zelfstandigheid bij kolonies groter
Tijd van Wereldoorlogen 1900 - 1950

Slide 7 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
KA: Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering

Eerste wereldoorlog
Voor het eerst tanks, granaten, kanonnen, gifgas etc. zorgt voor massavernietiging. Legers bestaande uit dienstplichtigen en nationalisten. Burgers leven vaak in bezetting en zijn de dupe van blokkades = veel hongersnood.  
Tweede wereldoorlog
veel bombardementen en hongersnood. 
Genocide op onder andere joden
Tijd van Wereldoorlogen 1900 - 1950

Slide 8 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
KA: Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden

Holocaust is genocide op Joden. Racisme en discriminatie staan hierin centraal. Hitler heeft antisemitisme en behandelden de Joden slecht (eerst regels tegen Joden, later concentratiekampen en genocide). Kristallnacht worden Joden geplunderd en beroofd. Ook andere groeperingen behoorden tot de genocide.
Tijd van Wereldoorlogen 1900 - 1950

Slide 9 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
KA: De Duitse bezetting van Nederland

Na bombarderen Rotterdam geeft NL zich over en vlucht Wilhelmina naar GB. Seyss-Inquart neemt regering NL over. Duitsers hielden zich lang stil, maar anti-Duitsland gevoelens worden sterker. Februaristaking, april-meistaking en landelijke spoorwegstaking tegen Duitsers. 1944 Hongerwinter. Ook in NL jodenvervolging.
Tijd van Wereldoorlogen 1900 - 1950

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
Leer deze uit je hoofd en oefen daarna op de volgende slides
37 De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.
38 Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme.
39 De crisis van het wereldkapitalisme.
40 Het voeren van twee wereldoorlogen.
41 Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden.
42 De Duitse bezetting van Nederland.
43 Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.
44 Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.






Tijd van Wereldoorlogen 1900 - 1950

Slide 11 - Tekstslide

De rol van moderne ....?....- en communicatiemiddelen en vormen van ......?.......

Slide 12 - Open vraag

Het in praktijk brengen van de ...?....... communisme en ...?...../nationaalsocialisme.

Slide 13 - Open vraag

De crisis van het....?.....

Slide 14 - Open vraag

Het voeren van twee .....?......

Slide 15 - Open vraag

Racisme en .....?..... die leidden tot....?...., in het bijzonder op de ....?.....

Slide 16 - Open vraag

De Duitse ....?..... van ....?.......

Slide 17 - Open vraag

......?...... op niet eerder vertoonde schaal door ....?..... en de betrokkenheid van de ....?.....bij oorlogvoering.

Slide 18 - Open vraag

Vormen van ....?..... tegen het West-.....?.........

Slide 19 - Open vraag

Kenmerkende aspecten
  • De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.
  • Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme.
  • De crisis van het wereldkapitalisme.
  • Het voeren van twee wereldoorlogen.
  • Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden.
  • De Duitse bezetting van Nederland.
  • Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.
  • Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.
Noem ze nog eens!

Slide 20 - Tekstslide