Goederenrecht

Goederenrecht
Oefenvragen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GoederenrechtMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Goederenrecht
Oefenvragen

Slide 1 - Tekstslide

Uit welke delen bestaat het privaatrecht (burgerlijk recht)?
A
strafrecht, vermogensrecht, staatsrecht en rechtspersonenrecht
B
staatsrecht, vermogensrecht en strafrecht
C
strafrecht, personen- en familierecht, rechtspersonenrecht en bestuursrecht
D
personen- en familierecht, rechtspersonenrecht en vermogensrecht

Slide 2 - Quizvraag

Wat zijn absolute rechten?

Slide 3 - Open vraag

Anouk helpt haar buurman bij het tuinonderhoud. Bij het spitten vindt zij in zijn tuin een pot met Romeinse munten.
Op welk deel van de schat hebben Anouk en haar buurman Kees recht?
A
Buurman Kees krijgt de helft van de schat, Anouk heeft recht op de helft van de schat.
B
Anouk krijgt de gehele schat, omdat ze deze gevonden heeft.
C
Buurman Kees krijgt 90% van de schat, Anouk heeft recht op 10% vindersloon.
D
Buurman Kees krijgt de schat, omdat hij de eigenaar van de grond is.

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn de vijf specifieke kenmerken van absolute rechten die relatieve rechten niet hebben?

Slide 5 - Open vraag

Maarten heeft zijn fiets in reparatie gegeven bij de fietsenmaker. Intussen verkoopt hij de fiets aan Teun, die meteen betaalt. Zij spreken af dat Teun de fiets zal gaan afhalen bij de fietsenmaker.
Van welk soort levering is hier sprake?
A
levering met de lange hand
B
levering c.p.
C
levering met de korte hand
D
bezitsverschaffing

Slide 6 - Quizvraag

Een auto is een registergoed.
Juist
Onjuist

Slide 7 - Poll

Hoe noemt men het recht dat de eigenaar het recht geeft om zijn zaak op te eisen van eenieder die deze zaak zonder recht in zijn bezit houdt?
A
natrekking
B
indemniteit
C
derdenbescherming
D
revindicatie

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn de 3 eisen voor een geldige overdracht?

Slide 9 - Open vraag

Pandrecht is een afhankelijk recht.
Juist
Onjuist

Slide 10 - Poll

Zeynep van 12 jaar koopt in een winkel een iPad van €600,-.
Wat kun je zeggen over deze overeenkomst?
A
De overeenkomst is nietig. Er hoeft daarvoor geen actie te worden ondernomen.
B
De overeenkomst is geldig. Er kan niets aan gedaan worden.
C
De overeenkomst is ongeldig en vernietigbaar.
D
De overeenkomst is geldig en vernietigbaar.

Slide 11 - Quizvraag

In welk wetsartikel staat de derdenbescherming bij roerende zaken niet-registergoederen?

Slide 12 - Open vraag

Koos koopt het huis van Anton.
Wanneer wordt Koos eigenaar van het huis?
A
Als de transportakte wordt ingeschreven in het openbaar register.
B
Als Anton en Koos een koopovereenkomst hebben gesloten en ondertekend.
C
Als de bank toestemming heeft gegeven om een hypotheekakte te vestigen.
D
Als de notaris de transportakte heeft opgemaakt en door de partijen is getekend.

Slide 13 - Quizvraag

Recht van opstal is een volledig recht.
Juist
Onjuist

Slide 14 - Poll

Vul in:
Betty heeft een elektrische fiets. Pim leent de e-bike van Betty. Op dat moment is Pim ........... op grond van de bruikleenovereenkomst.

Slide 15 - Open vraag

Op welk punt sta jij nu?

Slide 16 - Open vraag