Les 2 paragraaf 3.1 en 3.2

Nederlands les 2
1. Terugblik: informeren, instrueren, overtuigen
2. Uitleg: Sociaal communicatieve vaardigheden 
3. Uitleg: non-verbale communicatie
3. Aan het werk
4. Afronding
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands les 2
1. Terugblik: informeren, instrueren, overtuigen
2. Uitleg: Sociaal communicatieve vaardigheden 
3. Uitleg: non-verbale communicatie
3. Aan het werk
4. Afronding

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Informeren

Instrueren

Overtuigen

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg: Sociaal-communicatieve vaardigheden
*Pas communicatie aan op doel en publiek
*Informele en formele taal 
*Houd rekening met de ander 

Slide 3 - Tekstslide

Stage: Tijdens een lunch met collega's komt een vriendin erbij zitten. Zij kent jouw collega's niet.
A
"Ik spreek je een andere keer, dit komt nu niet uit."
B
"Dit is X, een vriendin van me, ze eet even met ons mee."
C
"Dit is X, een vriendin van me, is het goed als ze erbij komt zitten?"
D
Waarom zou ik iets zeggen? Die vriendin mag toch zitten waar ze wil?"

Slide 4 - Quizvraag

School: Tijdens een werkoverleg valt een klasgenoot je steeds in de rede. Je krijgt niet de kans om iets te zeggen.
A
Ik probeer het nog eens en ga harder praten.
B
Ik praat gewoon door haar heen. Karma.
C
Ik haak af. Ze heeft waarschijnlijk betere ideeën.
D
Ik spreek mijn klasgenoot aan.

Slide 5 - Quizvraag

Waar en wanneer spreek je je klasgenoot erop aan?
A
In de werkbespreking, waar iedereen bij is.
B
Ik stuur haar een appje met uitleg.
C
Aan het begin van het volgende werkoverleg.
D
Ik bel haar op om uit te leggen hoe vervelend ik het vind.

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Over non-verbale communicatie
Overleg in tweetal:
1. In welke situatie kun jij non-verbale communicatie strategisch inzetten? 
2. In welke situatie heb jij non-verbale communicatie onhandig ingezet? 

Slide 8 - Tekstslide

Aan het werk
Maken in tweetallen: 
opdracht 1 en 3 op blz. 36/37
opdracht 1 en 2 op blz. 39

Slide 9 - Tekstslide

Afronding
Wat heb je geleerd van het voeren van de gesprekken?
Wie durft het gesprek voor te doen? 

Slide 10 - Tekstslide