AF week 1 G0VZX

AF  Anatomie Fysiologie 
Eerst AF en daarna P 
Pathologie 
Hoe ziet het lichaam eruit ?
Hoe werkt het 
Wat als het niet werkt zoals het zou moeten ?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

AF  Anatomie Fysiologie 
Eerst AF en daarna P 
Pathologie 
Hoe ziet het lichaam eruit ?
Hoe werkt het 
Wat als het niet werkt zoals het zou moeten ?

Slide 1 - Tekstslide

Hoe is de voorkennis AF?
Geef met een cijfer aan tussen 0-10 en daarbij de argumentatie

Slide 2 - Open vraag

Module AF Canvas 
15 weken 
Ontwikkelingsgericht 
actieve inzet 
Opdrachten
Kennistesten ( 80%) 
Voorstel : wekelijks start met ongeveer 30 min uitleg daarna zelf aan het werk in canvas 


Slide 3 - Tekstslide

Vandaag : De Cel en Weefsel 
De opbouw van ons lichaam 
De cel 
Celkern
Cel deling 
Weefsels

Slide 4 - Tekstslide

Een cel is de ........... ............ functionerende eenheid van het menselijk lichaam
Vul de 2 woorden in op de ......
A
Grootste samenwerkende
B
kleinste zelfstandig
C
kleinste samenwerkende
D
kleinste organische

Slide 5 - Quizvraag

Iedere Cel heeft een kern en een celwand
A
Juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

In het cytoplasma ( celvloeistof ) zitten eiwitten die zorg voor stevigheid en ......
A
taakbepaling
B
vorm
C
grootte van de cel

Slide 7 - Quizvraag

Metabolisme = NIET..........?
A
Voortdurend veranderen van de cel vorm
B
Het in leven houden van de cel
C
stofwisseling
D
productie van energie

Slide 8 - Quizvraag

Het celmembraan =
A
B
De celwand
C
Het binnenste van de cel
D
Cytopasma

Slide 9 - Quizvraag

De functie van de celwand is ?

Slide 10 - Open vraag

Functie van de celkern 
  • De celkern (nucleus) regelt alle processen van de cel, zoals:
  • De cel voorzien van energie;
  • Nieuwe eiwitten, enzymen en hormonen maken;
  • De afvalstoffen die vrijkomen, verwerken;
  • De celdeling.

Slide 11 - Tekstslide

Wat klopt er niet in deze zin ?
Iedere cel bevat 24 paar chromosomen. Van ieder paar chromosomen hebben we één chromosoom geërfd van onze moeder en één van onze vader. Van 22 paren zijn de chromosomen aan elkaar gelijk.
A
Iedere cel bevat 24 chromosomen
B
Iedere cel moet zijn sommige cellen
C
Van ieder paar hebben we één chromosoom geërfd van vader en 1 van moeder
D
Van 22 paren zijn chromosomen gelijk

Slide 12 - Quizvraag

Hoe gaat een celdeling ?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Meiose is .......
A
De deling van chromosomen
B
De deling van zenuwcellen
C
De deling van de voortplantingscellen

Slide 15 - Quizvraag

Weefsels ? welke ken je ?

Slide 16 - Woordweb

Soorten weefsels 
Dekweefsel of epitheelweefsel
Steunweefsel
Spierweefsel
Zenuwweefsel
Transportweefsel

Slide 17 - Tekstslide

Waar en welke functie hebben de soorten weefsels 
Zelfstandige opdracht  
Vat snel samen vanuit canvas 
Soort weefsel -> Waar bevind dit weefsel zich en wat is de functie ?  Bijv: 
Epitheelweefsel -> Binnen buitenkant organen en klieren -> beschermt weefsel eronder en opname en afgifte van stoffen 
Zo doorloop je de weefsels . 


Slide 18 - Tekstslide

Dekweefsel heeft ook een zintuigelijke functie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Tot de steunweefsels behoren bindweefsel, botweefsel en ..........
A
spierweefsel
B
Zenuwweefsel
C
kraakbeenweefsel
D
epitheelweefsel

Slide 20 - Quizvraag

Het hartspierweefsel is een onwillekeurig spierweefesel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

schakelcellen, Deze geleiden de prikkel vanuit een zintuig naar de hersenen.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Transportweefsel bevat Rode bloedcellen
Witte bloedcellen en ...........

A
Bloedplasma
B
afvalstoffen
C
leuko's
D
bloedplaatjes

Slide 23 - Quizvraag

Mening over deze manier van les ?

Slide 24 - Open vraag