Het verteringsstelsel 2021

Het verteringsstelsel (B2 + B3)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Het verteringsstelsel (B2 + B3)

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
3 Je kunt de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven.
4 Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
5 Je kunt de werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven

Slide 2 - Tekstslide

Wat is vertering?

Slide 3 - Open vraag

Vertering
  • Het maken van verteringsproducten die door het lichaam opgenomen kunnen worden. Vertering gebeurt met behulp van verteringssappen. (speeksel/maagsap bijv.)
  • Deze verteringssappen worden gemaakt in de verteringsklieren (speelkselklieren/maagsapklieren bijv.)

  • 1. Voedsel in stukjes verdelen (Mechanische vertering)
2. Voedingsstoffen omzetten mbv verteringssappen ( chemische vertering)


Slide 4 - Tekstslide

Mechanische vertering
Wat is de functie van de snij - en hoektanden?
Wat is de functie van de kiezen?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Chemische vertering: Enzymen

Slide 7 - Tekstslide

Darmperistaltiek

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk
Zie Magister.me: Basisstof 4 - Het verteringsstelsel
Bijlagen:
1. opdracht uitleg het verteringsstelsel
2. Knipblad organenkaartjes
3. Knipblad lichaam

Slide 11 - Tekstslide

Terugblik
- PW 
- Terugblik online les vertering
- Het verteringsstelsel (poster)



Slide 12 - Tekstslide

Twaalfvingerige darm.
Hier komen verteringssappen uit lever en alvleesklier bij
4
Lever: produceert gal
Gal emulgeert vet zodat de verteringssappen vet kunnen 'afbreken'.
Gal wordt opgeslagen in de galblaas
5
De maag
Maagsap verteert een deel van het voedsel (Eiwitten)
Slaat voedsel tijdelijk op.
Maagportier = kringspier die open en dicht gaat.
3
Dikke darm:
Onttrekt water aan onverteerbare voedselresten
Water gaat terug naar het bloed

8
Dunne darm
darmsappen verteren laatste deel v/h voedsel (eiwitten/koolhydraten)
hier neemt het bloed verteringsproducten op
Bloedvaten liggen in de darmvlokken
Groot oppervlak door darmplooien en darmvlokken
7
Slokdarm: verplaatst voedelbrij van de keelholte naar de maag
2
Alvleesklier: Produceert alvleessap
Verteert eiwitten, koolhydraten, vetten
6
Start vertering van zetmeel (koolhydraat) in de mondholte
Speekselklieren maken speeksel
1
Vertel wat er waar gebeurt tijdens de vertering! 
Endeldarm:
Verzameld onverteerbare resten
9
Anus: Kringspier die ontspant wanneer de endeldarm vol zit. Ontlasting komt uit het lichaam
10

Slide 13 - Tekstslide

Gal maakt van grote vetdruppels kleine vetdruppeltjes.

Die kleine vetdruppeltjes kunnen door bijv. het alveessap  verteerd worden. Daarna kan het verteringsproduct van het 
vet opgenomen worden in het bloed.
De lever produceert gal. De gal wordt in de galblaas opgeslagen (bewaard).  
Als er vet verteerd moet worden, komt er gal vanuit de galblaas bij de voedselbrij waar vet in zit. 

Slide 14 - Tekstslide

Aan het werk
Basisstof 4:  29,31,32
Basisstof 5: 34, 35,36,37, 38, 39

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoel 1: Ik kan vertellen wat het verschil is tussen vertering, mechanische vertering en chemische vertering.

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoel 2: Ik kan uitleggen wat een enzym is en hoe een enzym werkt aan de hand van het sleutel-slot principe

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoel 3: Ik kan de delen en functies van het gebit benoemen bij het zien van een afbeelding.

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoel 4: Ik kan aan de hand van een schema beschrijven hoe de darmperistaltiek werkt. 

Slide 19 - Tekstslide