Nederlands ISK 6 eten en drinken dag 4

• Nederlands
• ISK

Nederlands ISK 6 eten en drinken dag 4

Nederlands!

Hoe gaat het met jullie vandaag?

😀 🙂 😐 ☹️ 😡

Aan het einde van de les:

1. Heb ik drie nieuwe werkwoorden geleerd

woordenlijst

1. schenken

2. roeren

3. zetten

4. geven

Huiswerk bespreken

1. Pak jullie huiswerk op tafel 

zetten, geven, schenken en roeren

zetten

ik zet

jij zet

hij/zij zet

wij zetten

jullie zetten

zij zetten

Zetten - ik

zetten - jij

zetten - hij/zij

zetten - wij

zetten - jullie

zetten - zij

geven

ik geef

jij geeft

hij/zij geeft

wij geven

jullie geven

zij geven

geven - ik

geven - jij

geven - hij/zij

geven - wij

geven - jullie

geven - zij

schenken

ik schenk

jij schenkt

hij/zij schenkt

wij schenken

jullie schenken

zij schenken

schenken - ik

schenken - jij

schenken - hij/zij

schenken - wij

schenken - jullie

schenken - zij

roeren

ik roer

jij roert

hij/zij roert

wij roeren

jullie roeren

zij roeren

roeren - ik

roeren - jij

roeren - hij/zij

roeren - wij

roeren - jullie

roeren - zij

werkwoorden oefenen

Nederlands!

Aan het einde van de les:

1. Kan ik zeggen wat ik gisteren heb gegeten. 

Huiswerk bespreken

1. Pak jullie huiswerk op tafel 

Huiswerk verwerken

1. knip het bord, het mes en de vork uit.

2. Schrijf op het bord het huiswerk. 

3. Kleur de mes en vork en het bord in

Woordenlijst

1. het ontbijt

2. de lunch 

3. het avondeten

4. de snack

Het ontbijt

Het ontbijt

1. In de ochtend heb ik ........................... gegeten.

2. Ik heb ...................... gedronken

Het avondeten

1. Voor het avondeten, eet ik ............................

2. Met wie eet ik samen?

3. Hoelaat eet ik?

4. Wat drink ik? 

Nu gaan we deze tekst spreken

1. Ga samen met je klasgenootje zitten

(groepjes van 2)

2. Ga praten over jouw eten. 

3. We praten alleen Nederlands!

Nederlands!

Aan het einde van de les:

1.