les 59 (17-05)

Les 59
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 59

Slide 1 - Tekstslide

Programme
  • Presentie
  • hh bez. vnw
     - un jeu
  • Pouvoir en Vouloir
  • Au travail!
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Na de les...
...kun je 'pouvoir' en 'vouloir' gebruiken in een zin.




Slide 3 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord
Pim Pam Pet bezittelijk voornaamwoord spelregels:
- Je probeert zoveel mogelijk woorden op te schrijven in de gedraaide 
  categorie. 
- Ik draai het eerste rad. Deze bepaalt het bez. vnw.
- Daarna draai ik het tweede rad. deze bepaalt de categorie van het 
  woord.
- Wie de meeste goede woorden heeft van die ronde, wint. 


Slide 4 - Tekstslide

Bezittelijk vnw
Categorie

Slide 5 - Tekstslide

Geef al de antwoorden
hier door binnen:
timer
1:00000

Slide 6 - Open vraag

Bezittelijk vnw
Categorie

Slide 7 - Tekstslide

Geef al de antwoorden
hier door binnen:
timer
1:00000

Slide 8 - Open vraag

Bezittelijk vnw
Categorie

Slide 9 - Tekstslide

Geef al de antwoorden
hier door binnen:
timer
1:00000

Slide 10 - Open vraag

Bezittelijk vnw
Categorie

Slide 11 - Tekstslide

Geef al de antwoorden
hier door binnen:
timer
1:00000

Slide 12 - Open vraag

Pouvoir en Vouloir -Présent

Slide 13 - Tekstslide

Dus, pouvoir en vouloir zijn onregelmatig. 

Dit zie je, omdat de stam niet overeenkomt met de verschillende vormen.
> pouvoir, stam = pouv MAAR 'je peux'
> vouloir, stam = voul MAAR 'je veux'

Slide 14 - Tekstslide

Vouloir en Pouvoir -hulpwerkwoord
Daarnaast zijn deze werkwoorden HULPWERKWOORDEN.

Dat houdt in dat 'vouloir' of 'pouvoir' ALTIJD gevolgd wordt door een ander werkwoord:
> Je veux acheter un cadeau.              Ik wil een cadeau kopen.
> Je peux danser avec toi?                   Ksn ik met jou dansen?


Slide 15 - Tekstslide

Wat valt je op als je naar de woordvolgorde kijkt in het NL en in het Frans?
Je veux acheter un cadeau. Ik wil een cadeau kopen.
Je peux danser avec toi? Kan ik met jou dansen?

Slide 16 - Open vraag

Au travail!
Maak de volgende oefeningen: 31a, c en d + 33 helemaal

33:
Gebruik te tabel. Kies 1 optie uit elke kolom. Maak hier een zin van door vouloir en pouvoir te gebruiken. 
voorbeeld: Tu veux faire les magasins cet après-midi? 
                     - Oui, je peux faire les magasins. Je veux un nouveau jean. 

Slide 17 - Tekstslide

Devoirs
faire ex. 31a, c en d + 32 a + 33
Apprendre les verbes pouvoir et vouloir.

Slide 18 - Tekstslide