Vr 24-9 Alles wordt duurder

Welkom klas 3

Start de LessonUp op
We gaan aan de slag met nieuwsbegrip
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas 3

Start de LessonUp op
We gaan aan de slag met nieuwsbegrip

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Alles wordt duurder'
Waar heb jij dit gemerkt?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verkennend lezen.
Waar kijk je dan naar?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Wat is inflatie?

Waar denk je het antwoord te kunnen vinden? 

Wat heeft de oorlog ermee te maken denk je?

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is inflatie?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

ALLES WORDT DUURDER
Het kan je niet ontgaan zijn, het leven is duurder geworden. We betalen nu zo’n 12 procent meer voor goederen en diensten vergeleken met vorig jaar. De prijzen zijn gestegen. Veel mensen hebben daardoor moeite om rond te komen. Hoe komt dat? En hoe kun je ermee omgaan? 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inflatie
Goederen en diensten voor consumenten waren in augustus gemiddeld 12 procent duurder dan in dezelfde maand vorig jaar. Dat zegt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Vooral energie, zoals elektriciteit en gas, werd veel duurder. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Daardoor is de inflatie hoog. Inflatie betekent dat je met hetzelfde geld minder kunt kopen. Ook voeding en kleding werden duurder. Bijvoorbeeld een broek waar je in 2021 € 30,- voor betaalde, kost nu € 33,60.  

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OORLOG IN OEKRAÏNE
De prijzen zijn onder andere gestegen door de oorlog in Oekraïne. Hoe kan dat? Doordat er in Europa bijna geen gas en olie meer uit Rusland komt, is er minder beschikbaar. Het gevolg daarvan is dat de prijzen zijn gestegen. Verder wordt er in Oekraïne graan en zonnebloemolie geproduceerd. Door de oorlog zijn die grondstoffen schaarser geworden.  

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als ergens minder van is, dan stijgt de prijs. Brood en margarine zijn daardoor bijvoorbeeld duurder geworden. Ook zijn de kosten van het vervoer hoger. Fabrieken hebben namelijk niet alleen gas en of olie nodig om spullen te maken, maar ook om ze te vervoeren naar winkels. Daardoor kosten die spullen ook meer als olie en gas duurder zijn

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LAST VAN DE INFLATIE
Hoeveel merken mensen van de inflatie? Dat verschilt per huishouden. Charan van Krevel, econoom aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, legt het uit. ‘Voor de een kan de inflatie veel hoger zijn dan voor de ander. Het gaat vooral om mensen die veel gas, levensmiddelen en benzine gebruiken. Mensen die meer geld hebben, voelen het minder in hun portemonnee.  

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Die hebben vaker elektrische auto’s en zonnepanelen. Gezinnen die in een slecht geïsoleerde huurwoning wonen, zijn afhankelijk van gas. Die hebben veel meer last van de hoge prijzen. De kosten kunnen zomaar de helft meer zijn dan vorig jaar. De zwakste schouders dragen dus de zwaarste lasten.’ 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'De zwakste schouders dragen dus de zwaarste lasten'

Waarom is dat zo?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bezuinigingen
 Veel mensen gaan bezuinigen vanwege de inflatie. Soms is dat noodgedwongen. Ten eerste proberen ze minder
energie te verbruiken. Ze zetten bijvoorbeeld de thermostaat lager. Ook douchen ze korter en minder warm. Om
toch warm te blijven, trekken ze dikkere kleding aan. Dat is ook te merken in tweedehandswinkels. Daar worden
momenteel veel meer dikke jassen en truien verkocht. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ten tweede proberen mensen minder geld uit te geven in
de supermarkt. Bijvoorbeeld door goedkopere merken te kopen.
Veel mensen vragen hun werkgever om meer loon, maar dat is niet altijd mogelijk. En de regering bedenkt hoe de prijzen voor energie betaalbaar kunnen blijven. Die plannen worden op Prinsjesdag bekendgemaakt. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet dit tekstverband?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

‘Maar als het niet anders kan, moet je proberen 7 procent minder uit te geven dan normaal’, aldus Charan van Krevel. Dat kan bijvoorbeeld ook door kritisch te kijken naar je abonnementen. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WEL NAAR EEN CLUB
Het Jeugdfonds Sport & Cultuur is bang dat ouders zullen bezuinigen op de sport- en muziekclubs voor hun kinderen. Volgens het fonds is dat nu bij gemiddeld twee tot drie kinderen per klas aan de hand. Die kunnen bijvoorbeeld niet bij een club voetballen of op gitaarles vanwege financiële problemen. Het Jeugdfonds is daarom een campagne begonnen.   

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Het fonds kan een lidmaatschap of contributie betalen voor gezinnen die daar geen geld voor hebben. ‘We begrijpen dat mensen de hand op de knip moeten houden’, zegt Monique Maks van het Jeugdfonds. ‘Met onze hulp kunnen we ervoor zorgen dat kinderen gewoon naar hun clubjes kunnen gaan. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

‘We begrijpen dat mensen de hand op de knip moeten houden’

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik kook op gas
Ja
Nee

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun jij 7 procent minder uitgeven?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies