In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
3.3 Breuken en decimale getallen
Wat is een decimale getal
Hoe schrijf je een breuk als een decimaal getal
Slide 1 - Tekstslide
De waarde van elk cijfer
In het getal 17,285 heeft elk cijfer een ander waarde. De plaats waar de cijfer staat bepaald de waarde.
Zo is de waarde van 1 in 17,285 een tiental, en de waarde van 7 is een eenheid. Dus hier zijn het 7 eenheden.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een decimaal getal
Een decimaal getal is een getal met een komma erin.
Voorbeeld: 17,285
Slide 3 - Tekstslide
Hoe zit het dan met de kommagetallen?
Ook de cijfers achter de komma hebben een waarde en een naam. Zo is de 2, de eerste decimaal, een tiende. De 8 ,de tweede decimaal, een honderdste. En de 5, de derde decimaal een duizendste. De vierde decimaal is tienduizendste enz...
Slide 4 - Tekstslide
5,1234 Wat is waarde van 3
A
tiende
B
honderdste
C
duizendste
D
tienduizendste
Slide 5 - Quizvraag
5,1234 En de waarde van 2
A
tiende
B
honderdste
C
duizendste
D
tienduizendste
Slide 6 - Quizvraag
Maken
opgave 20 en 21
4 minuten
Slide 7 - Tekstslide
van breuk naar decimaal
spreek je uit als vier tiende en zoals je het uitspreekt
schijf je het getal ook op. Dus 0,4
acht honderdste is dus 0,08
104
1008
Slide 8 - Tekstslide
en 18 honderdste is 0,18
en 18 duizendste is 0,018
en 215 duizendste is 0,215
10018
100018
1000215
Slide 9 - Tekstslide
Breuken met helen ervoor
Dit getal kun je dus schrijven als 3,17
Dus 3 en 17 honderdste
Met andere woorden: de helen blijven gewoon voor de komma staan net zoals ze voor de breuk staan.
310017
Slide 10 - Tekstslide
schrijf als decimaal getal
1009
Slide 11 - Open vraag
schrijf als decimaal
100014
Slide 12 - Open vraag
schrijf als decimaal
18103
Slide 13 - Open vraag
schrijf als decimaal
68910000527
Slide 14 - Open vraag
Vereenvoudigen
Teller en noemer delen door de grootste gemeenschappelijke deler.
het grootste getal waarmee je teller en
noemer hier kan delen is 3.
63=21
Slide 15 - Tekstslide
Andersom is natuurlijk ook waar
De teller en de noemer zijn hier beide
vermenigvuldigd met 7 en blijven de
beide breuken gelijkwaardig.
32=2114
Slide 16 - Tekstslide
Breuken zonder...
Breuken zonder 10, 100, 1000, enz. in de noemer. Hoe schrijf je deze als decimaal?
Je veranderd elk noemer in tiende, honderdste, duizendste enz.
Slide 17 - Tekstslide
Voorbeeld
Er zit geen tiende, honderdste of duizendste in de noemer.
vijfde kan wel makkelijk naar tiende omgezet worden
door de 5 met 2 te vermenigvuldigen.
Als je de noemer vermenigvuldigd
dan ook de teller.
52
52=10...
52=104
Slide 18 - Tekstslide
Van breuk naar decimaal
52=104=0,4
Slide 19 - Tekstslide
schrijf als decimaal
2518
Slide 20 - Open vraag
schrijf als decimaal
24507
Slide 21 - Open vraag
schrijf als decimaal
1082502
Slide 22 - Open vraag
maken
Voorkennis blz. 95 opgave 10-11-12
blz. 104 opgaven 23-24-25
Leerdoel bereikt
Slide 23 - Tekstslide
van decimaal naar breuk
Je schrijft de breuk precies zoals je het decimale getal uitspreekt en indien mogelijk de breuk altijd vereenvoudigen.
3,15=310015
Slide 24 - Tekstslide
maken
blz. 108 opgaven 28-29
Slide 25 - Tekstslide
Het vergelijken van getallen
Slide 26 - Tekstslide
Bij het vergelijken van getallen lees je het altijd van links naar rechts.
Bij het vergelijken van breuken en decimale getallen is het handig om ze allebei als decimaal of als breuk te hebben