In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Deeltoets VWO 3
Grammatica woordsoorten H2 - H3
Slide 1 - Tekstslide
Als het woord "wie" niet terugwijst naar iets wat eerder genoemd is, is het ..... of ..... (vul aan met de juiste woordsoort).
Slide 2 - Open vraag
Als je het woord die kunt vervangen door deze is het ..
A
betrekkelijk voornaamwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
onbepaald voornaamwoord
Slide 3 - Quizvraag
Benoem de uitgelichte woorden.
Kies uit:
aanw. vnw./ betr.vnw. / betr.vnw. m.i.a./ vr.vnw./ of os.vgw.
Gebruik alleen deze afkortingen!
Slide 4 - Tekstslide
Bij Bert in de klas zit een meisje dat Nederlands kampioene acrogym is geweest.
Aanw. vnw.
Betr. vnw.
Betr. vnw. m.i.a.
Vr. vnw.
Os. vgw.
Dat
Slide 5 - Sleepvraag
Weet jij wie die onwaarschijnlijke verhalen van onze concierge gelooft?
Aanw. vnw.
Betr. vnw.
Betr. vnw. m.i.a.
Vr. vnw.
Os. vgw.
wie
die
Slide 6 - Sleepvraag
Ken je het gezegde 'Wie niet beter weet, lacht om zijn eigen scheet'?
Aanw. vnw.
Betr. vnw.
Betr. vnw. m.i.a.
Vr. vnw.
Os. vgw.
Wie
Slide 7 - Sleepvraag
De jongens waren via Facebook op zoek naar twee meisjes met wie ze samen een wereldreis konden maken
Aanw. vnw.
Betr. vnw.
Betr. vnw. m.i.a.
Vr. vnw.
Os. vgw.
met wie
Slide 8 - Sleepvraag
Ooit liep ik met die vriend van jou over het kruiende ijs op de Overijsselse Vecht en dat is zo ongeveer het gevaarlijkste wat ik in mijn leven ondernomen heb.