Projectadministratie: budgetten en begrotingen

Opstapje naar projectadministratie

Wat weten we nog van budgetteren, begrotingen en financiële berekeningen???

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Opstapje naar projectadministratie

Wat weten we nog van budgetteren, begrotingen en financiële berekeningen???

Slide 1 - Tekstslide

Stelling 1: Een budget is een overzicht van kosten en uitgaven.
Stelling 2: Een begroting geeft aan hoeveel geld er beschikbaar is voor een bepaalde periode.

A
stelling 1 is juist en stelling 2 onjuist
B
Stelling 1 & 2 zijn juist
C
Stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist
D
Stelling 1 & 2 zijn onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Video

Waar staan de letters btw voor?
A
belasting toeslag waarde
B
betalen toegevoegde waarde
C
belasting toegevoegde waarde
D
betalen toeslag waarde

Slide 4 - Quizvraag

Prijs inclusief btw houdt in....

Slide 5 - Woordweb

Hoeveel btw moet garage Westervoort in rekening brengen?

Slide 6 - Open vraag

Juist of onjuist?

Stelling 1: bij een nacalculatie bereken je de prijs voordat je met de productie begint. Het is een kostenraming op basis van de verwachte kosten.

Stelling 2: een voorcalculatie is een berekening achteraf. Je berekent de prijs op basis van de werkelijke kosten die tijdens het productieproces of levering gemaakt zijn.
A
Stelling 1 is juist en stelling 2 onjuist.
B
Beide stellingen zijn juist.
C
Stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist.
D
Beide stellingen zijn onjuist.

Slide 7 - Quizvraag

Hoe kan een verschil tussen de voor- en nacalculatie worden verklaard?

Slide 8 - Open vraag

Wat houdt een factuur in?

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Tekstslide

Juist of onjuist?

Stelling 1: een projectbudget is een gemaakte schatting van alle investeringen (kosten) die nodig zijn voor de uitvoering van een project.

Stelling 2: een prijsopgave is een opgave waarin staat wat iets voor de klant gaat
kosten en tegen welke voorwaarden
A
Stelling 1 is juist en stelling 2 onjuist.
B
Beide stellingen zijn juist.
C
Stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist.
D
Beide stellingen zijn onjuist.

Slide 11 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.

Hoeveel winst denkt de keukenspecialist in totaal te behalen?

Slide 12 - Open vraag

Bekijk de afbeelding.

Hoeveel winst heeft het schilderbedrijf in totaal werkelijk behaald?

Slide 13 - Open vraag

Bekijk de factuur hiernaast.

Is het verschil in resultaat bij dit project voordelig of nadelig voor aannemersbedrijf J. Blom?
Geef ook aan voor welk bedrag.

Slide 14 - Open vraag

Bekijk de afbeelding hiernaast.

Wat is het verschil in kosten tussen de voor- en nacalculatie?

Slide 15 - Open vraag

Noteer minimaal één ding die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open vraag

Wat vonden jullie van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll