Blok 1, paragraaf C Meningen en argumenten

Mening en argumenten
Je leert meningen en argumenten van elkaar te onderscheiden en verschillende soorten argumenten te herkennen.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Mening en argumenten
Je leert meningen en argumenten van elkaar te onderscheiden en verschillende soorten argumenten te herkennen.

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent het gezegde: je poot stijf houden?

Slide 2 - Open vraag

Wat betekent het gezegde: praten als Brugman?

Slide 3 - Open vraag

Welke van de twee uitspraken vind je overtuigender?

A = Maan is een succesvolle artiest, want ze maakt hele leuke liedjes die lang in je hoofd blijven hangen.
B= Maan is een succesvolle artiest, want haar muziek wordt veel gestreamd en ze treedt ook vaak op.

Slide 4 - Tekstslide

Vul het juiste antwoord in!
A
A
B
B

Slide 5 - Quizvraag

Mening en argumenten
Mening/standpunt/conclusie: wat jij vindt, hoe je ergens over denkt (ik vind, ik denk, volgens mij, naar mijn mening) = positief
--> je kan het ook negatief formuleren, hoe?

Argumenten: uitspraken/redenen waarom jij dat denkt of vindt (want, omdat, doordat, daarom)
--> Feitelijk en niet-feitelijk



Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag! (gisteren)
Wat? Maken opdracht 3, 5, 7, 9 van Blok 1, paragraaf C.
Hoe? Oefenboek, handboek en antwoorden in schrift.
Tijd? 25 minuten
Hulp? Zachtjes overleggen
Klaar? Opdracht 6 en 8 maken

Slide 7 - Tekstslide

Nakijken
Huiswerk + andere kleur pen!

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Maken opdracht 10, 11  van Hoofdstuk 1, paragraaf C.
Hoe? Oefenboek, handboek en schrift
Tijd? 20 minuten
Hulp? Zachtjes overleggen


Opdracht 10 en 11 donderdag bespreken

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 12 afmaken!

Slide 10 - Tekstslide