WRB les 7 Thema 14 hfst 6 Strafuitsluitingsgronden

kanjers van MQB 3.3 !
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeveiligingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

kanjers van MQB 3.3 !

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schoolregels O&V

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 14 Hoofdstuk 6
Strafuitsluitingsgronden
bladzijde 58-67

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw les
  • Terugblik daders en medeplichtigen
  • Lesdoel
  • Wat weet je van strafuitsluitingsgronden?
  • Theorie
  • Opdracht
  • Afsluiting les

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort daders?

Slide 5 - Tekstslide

a. pleger
b. delano G mede pleger Kamiel medepleger
C.pleger


leerdoel
Je kunt de volgende strafuitsluitingsgronden beschrijven en onderscheiden: ontoerekeningsvatbaarheid, overmacht, noodweer en noodweerexces, uitvoering wettelijk voorschrift en uitvoering bevoegd gegeven ambtelijk bevel.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je van ?
Wat zijn strafuitsluitingsgronden?

Wat weet je van noodweer en noodweerexcess?

Wat betekenen de begrippen proportionaliteit en subsidiariteit?


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie strafuitsluitingsgronden
‘’Artikel 39 Ontoerekenbaar:
Niet strafbaar is hij die een feit begaat, dat hem wegens de psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap niet kan worden toegerekend.’’
Het betekent kort gezegd dat iemand iets doet waar hij niets aan kon doen vanwege bijvoorbeeld een geestelijke ziekte. Vaak wordt TBS opgelegd om de persoon te helpen of de maatschappij te beschermen.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen ontoerekenbaar
Er zijn twee vormen van ontoerekenbaarheid:
  1. Volledige ontoerekenbaarheid: tijdens het begaan van een strafbaar feit is de dader als het ware onder invloed van zijn stoornis. Hij begaat het strafbaar feit dus niet meer uit eigen wil, maar ‘in de wil van zijn of haar stoornis’. Bij volledige ontoerekenbaarheid is er sprake van een schulduitsluitingsgrond. Vaak krijgen deze personen tbs.
  2. Verminderde toerekenbaarheid: dit is geen schulduitsluitingsgrond, maar geeft de mate aan waarin de strafbare gedraging aan de verdachte toe te rekenen is. Bij verminderde is de gedraging dus wel aan de dader toe te rekenen, al zal het hoogstwaarschijnlijk een mildere straf opleveren, vaak in combinatie met tbs. Ook hierbij wordt veelal gebruik gemaakt van een psychiatrisch onderzoek.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat zijn strafuitsluitingsgronden

Slide 10 - Woordweb

Strafuitsluitingsgronden zijn goede redenen om een verdachte van een strafbaar feit niet te straffen, terwijl er voldoende bewijs is dat de verdachte het strafbare feit wel heeft gepleegd.
In welke drie situaties zal een rechter een verdachte niet straffen wegens ontoerekeningsvatbaarheid? De verdachte .......
A
heeft het strafbare feit per ongeluk gepleegd heeft een psychische stoornis heeft een psychogeriatrische aandoening
B
heeft een psychische stoornis heeft een psychogeriatrische aandoening heeft een verstandelijke handicap
C
heeft een psychogeriatrische aandoening heeft het strafbare feit per ongeluk gepleegd heeft een verstandelijke handicap
D
is vrijwillig gestopt met de uitvoering van een misdrijf heeft een psychische stoornis heeft een verstandelijke handicap

Slide 11 - Quizvraag

psychogeriatrische aandoening=
kan variëren van bijvoorbeeld een geheugenstoornis, Parkinson of Alzheimer.
Theorie Strafuitsluitingsgronden
‘’Artikel 40 Overmacht:
Niet strafbaar is hij die een feit begaat waartoe hij door overmacht is gedrongen.’’
Overmacht is elke kracht, drang of dwang, waaraan men redelijkerwijs geen weerstand kan bieden. Belangrijk is het woord redelijkerwijs. De rechter zal oordelen of het ook redelijk was om er geen weerstaand aan te bieden.
Voorbeeld:
Overvaller drukt pistool op het hoofd van de kassière, zij moet de kassalade leeghalen. Zij haalt de kassa leeg en geeft het geld aan de overvaller. Wie is strafbaar?


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is sprake van overmacht?
A
Als iemand een strafbaar feit begaat omdat hij vindt dat het nodig is het strafbare feit te begaan.
B
Als iemand een strafbaar feit begaat omdat hij is uitgelokt het strafbare feit te begaan.
C
Als iemand een strafbaar feit begaat door een drang waaraan hij redelijkerwijs geen weerstand kan bieden.

Slide 13 - Quizvraag

psychogeriatrische aandoening=
kan variëren van bijvoorbeeld een geheugenstoornis, Parkinson of Alzheimer.
Theorie Strafuitsluitingsgronden
‘’Artikel 41 Noodweer/noodweerexces:
  1. Niet strafbaar is hij die een feit begaat, geboden door de noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding.
  2. Niet strafbaar is de overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging, indien zij het onmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, door aanranding veroorzaakt. ‘’
Artikel 41 bevat twee strafuitsluitingsgronden, namelijk noodweer in het eerste lid en noodweerexces in het tweede lid.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie Strafuitsluitingsgronden
Voorwaarden voor noodweer:
  1. Er moet sprake zijn van een aanranding van eigen of een anders lijf, eerbaarheid of goed
  2. De aanranding moet ogenblikkelijk zijn
  3. De aanranding moet wederrechtelijk zijn
  4. Tegen de aanranding moet verdediging noodzakelijk en geboden zijn
Noodweer moet voldoen aan proportionaliteit(in verhouding staan) en subsidiariteit (minst ingrijpende middel).
Noodweerexces:
Dat je oerkrachten het overnemen en meer geweld gebruikt dan nodig was door bv angst.



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen noodweer en noodweerexces?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Parkeercontroleur Carlo vertelt een man dat hij zijn auto voor de deur van een winkelmagazijn geparkeerd heeft en dat dit verboden is. De man weigert te vertrekken, wordt kwaad en wil Carlo met de autokrik slaan. Carlo verweert zich en slaat de man met een klap tegen de grond.
Noodweer
Noodweerexces

Slide 17 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Derk ontdekt een inbreker in zijn huis. Die dreigt hem en zijn gezin te vermoorden en bedreigt Derk met een mes. Derk wordt bang en woedend tegelijk. Hij weet niet meer precies wat hij doet, maar slaat en trapt de inbreker vele malen, waardoor deze levensgevaarlijk gewond blijft liggen.
Noodweer
Noodweerexces

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Theorie Strafuitsluitingsgronden
‘’Artikel 42 Wettelijk voorschrift:
Niet strafbaar is hij die een feit begaat ter uitvoering van een wettelijk voorschrift.’’
Aanhouding op heterdaad is toegestaan ondanks de inbreuk op een ander zijn recht, namelijk vrij bewegen. Dat mag volgens het wettelijk voorschrift.
‘’Artikel 43 Ambtelijk bevel:
  1. Niet strafbaar is hij die een feit begaat ter uitvoering van een ambtelijk bevel, gegeven door het daartoe bevoegde gezag
  2. Een onbevoegd gegeven ambtelijk bevel heft de strafbaarheid niet op, tenzij het door de ondergeschikte te goeder trouw als bevoegd gegeven werd beschouwd en de nakoming daarvan binnen de kring van zijn ondergeschiktheid was gelegen. (ME mag geweld gebruiken als het bevel gegeven wordt door iemand die bevoegd is.)''


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke situatie is sprake van uitvoering wettelijk voorschrift?
A
Je houdt je netjes aan alle wetsregels.
B
Je volgt de aanwijzingen van je leidinggevende op.
C
Je houdt je aan een wetsregel en je begaat toch een strafbaar feit.

Slide 20 - Quizvraag

psychogeriatrische aandoening=
kan variëren van bijvoorbeeld een geheugenstoornis, Parkinson of Alzheimer.
Theorie Slotbepaling
‘’Artikel 91 Wetboek van Strafrecht:
De bepalingen van de Titels I-VIII A van dit Boek zijn ook toepasselijk op feiten waarop bij andere wetten of verordeningen straf is gesteld, tenzij de wet anders bepaalt.’’
Het laatste artikel van het eerste boek van het WvSr stelt dat de bepalingen van het eerste boek tot en met de titel VIII-a (bijzondere bepalingen voor minderjarigen) ook gelden voor andere wetten of verordeningen waar straf op is gesteld, tenzij de wet anders bepaalt.


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5 blz 66
Klassikaal :
A. Welke drie elementen horen bij de strafuitsluitingsgrond ‘uitvoering bevoegd gegeven ambtelijk bevel’?
B. In welke situatie is sprake van een bevoegd gegeven ambtelijk bevel?


Slide 22 - Tekstslide

A.Voorkomen dat iemand gestraft wordt voor het plegen van een strafbaar feit.
Het bevel komt van iemand die daartoe bevoegd is.
Het bevel was noodzakelijk.
B.
Een politieman heeft van zijn commandant de opdracht gekregen een groepje mensen bij het stadhuis weg te sturen, omdat de groep zich hinderlijk gedraagt.
Afronding les
Doelstelling bereikt ?

Vragen ?

Volgende keer: bedreiging

Feedback les/docent?


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies