§16.4 Ecosystemen kantelen - goede vragen herhaling

§16.4 ecosystemen kantelen
Deze lessonup over §16.4 ga je zelfstandig doorwerken en de vragen beantwoorden.

Daarna ga je de methode §16.4 doornemen en opgaven maken en nakijken.


1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

§16.4 ecosystemen kantelen
Deze lessonup over §16.4 ga je zelfstandig doorwerken en de vragen beantwoorden.

Daarna ga je de methode §16.4 doornemen en opgaven maken en nakijken.


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je leert:
-dat ecosystemen tot een bepaald niveau (dynamisch) stabiel zijn.
- dat na het overtreden van het omslagpunt/kantelpunt een nieuw ecosysteem ontstaat
- dat terugkeer naar het oude ecosysteem dan niet meer zo makkelijk is.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ecosystemen zijn bestand tegen abiotische en biotische veranderingen.
Schommelingen in bijvoorbeeld temperatuur en hoeveelheid zonlicht of in aantallen van producenten of predatoren zijn normaal.
(bijvoorbeeld zeehonden virusziekte)

Een ecosysteem is dynamisch en herstelt zich.
Ecosysteem en UNESCO werelderfgoed: de Waddenzee

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar er is wel een grens aan de flexibiliteit van ecosystemen. Als die grens wordt overscheden, dan is herstel niet meer mogelijk, maar verandert het ecosysteem blijvend. Deze grens noem je het kantelpunt of omslagpunt.

Bij successie (pionierecossteem/climaxecosysteem) kom je dat bijvoorbeeld tegen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de grafieken (vorige dia) geeft de biomassa weer?
A
1
B
2
C
3
D
-

Slide 6 - Quizvraag

Bedenk hoe lang het duurt, voordat bomen volgroeit zijn....

A
kleiner dan 1
B
ongeveer gelijk aan 1
C
groter dan 1
D
-

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de jaren zeventig namen we het niet zo nauw met de hoeveelheid fosfaat (P) dat in het oppervlakte water terecht kwam.

Het aantal gram fosfaat (P) per m2 per jaar noemen we de fosfaat belasting.
De toename van van fosfaat had lange tijd geen invloed op het ecosysteem. Het ecosysteem kon deze verandering tegengaan. Tot dat het kantelpunt bereikt was. Het water werd troebel en er ontstond een nieuw ecosysteem met een andere soort samenstelling en andere abiotische factoren (troebel water, minder licht).


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Nature beschrijven Scheffer en co-auteurs een aantal voorbeelden van ecosystemen die ‘omgeklapt’ zijn, zoals de Veluwse randmeren. In het begin van de jaren zeventig werden deze meren opeens troebel, brasem en algen kwamen in de plaats van onderwaterplanten en een breed scala aan diersoorten. Oorzaak was de decennialange eutrofiëring van de meren waardoor algen uiteindelijk de overhand kregen. Opvallend genoeg was de nieuwe toestand uitermate stabiel, de meren ‘verarmen’ hielp aanvankelijk niet. Pas bij een heel laag nutriëntenniveau, veel lager dan voor de omslag, keerde de oude, heldere toestand terug.

Hoe komt dat? Door terugkoppelingsmechanismen zijn beide toestanden stabiel. In de troebele, eutrofe toestand woelen vissen de bodem om op zoek naar voedsel. Vissen eten watervlooien waardoor ze de algen tegen die filteraars beschermen. In de heldere toestand nemen onderwaterplanten overtollige nutriënten op, maken ze via hun wortels de bodem steviger, en bieden ze een schuilplaats aan plankton-etende vlooien. Scheffer: ‘De systemen zijn zelfstabiliserend. Troebel blijft troebel en helder blijft helder.’

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze grafiek zie je de hoeveelheid bladgroen (chlororfyl) uitgezet tegen de toenemende Fosfof belasting (in gram per m2 per jaar).


Ook zie je verschillende soorten producenten en consumenten.

Zie volgende dia's voor verdere uitleg



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met de rode lijn is de verandering aangegeven
als je start vanuit het oorspronkelijke ecosysteem, namelijk helder water. (van links naar rechts)
Je ziet dat lange tijd de hoeveelheid bladgroen laag blijft. Er zijn waterplanten onder water en allerlei kleine vissoorten; het water blijft helder.
Na het kantelpunt neemt de hoeveelheid alg (bladgroen) enorm toe en zie je veel brasem, een vissoort die ook nog de bodem omwoelt.
Kantelpunt

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met de groene lijn is de verandering aangegeven
als je start vanuit het troebele ecosysteem. De fosfaat belasting neemt dan af. (van rechts naar links in de grafiek)
Je ziet dat lange tijd de hoeveelheid bladgroen hoog blijft.
Pas na het kantelpunt is er een nieuw ecosysteem helder water.
Dit kantelpunt ligt op een andere plek. Allebei de ecosystemen zijn dus bestand tegen veranderingen.
Kantelpunt

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Dan direct contact opnemen met je docent.
geen vragen, dan §16.4 methode doornemen, opgaven maken en nakijken.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies