Medicatieles 3 Toedieningsvormen

Medicatieles 3 Toedieningsvormen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
medicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Medicatieles 3 Toedieningsvormen

Slide 1 - Tekstslide

Planning voor komende les..
- Opfrissen van de vorige les
- Theorie
- Aan de slag met de opdrachten les 3 toedieningsvormen

Slide 2 - Tekstslide

Onduidelijkheden over de vorige lessen?

Slide 3 - Woordweb

De nieren kunnen alleen medicijnen oplosbaar zijn in water
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Als medicatie omgezet wordt in een wateroplosbare stof dan noemen we dit?
A
Absorptie
B
Distributie
C
Metabolisme
D
Excretie

Slide 5 - Quizvraag

Als het medicijn in het bloed zit, verdeelt het zich over het lichaam. Dit noemen we?
A
Absorptie
B
Distributie
C
Metabolisme
D
Excretie

Slide 6 - Quizvraag

Een voorbeeld van een parenterale toediening is
A
zetpil
B
tabletje
C
injectie

Slide 7 - Quizvraag

Voorkeur heeft om medicatie met water in te nemen
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Leg in eigen woorden uit wat het sub therapeutisch gebied is

Slide 10 - Woordweb

Wat wordt er bedoeld met verslaving?
A
Het lichaam is gewend geraakt aan de werking van het medicijn
B
Niet alleen het lichaam, maar ook de geest kan afhankelijk worden van het medicijn
C
medicijnen versterken elkaar of juist verzwakken

Slide 11 - Quizvraag

Toedieningsvormen
- hangt af van de werking
- toedieningsweg 
- voorkeur en mogelijkheden bij de cliënt

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Waarom mag je poeders NIET met teveel water vermengen?
A
cliënt is dan verplicht alles op te drinken
B
werkzame stof wordt op die manier minder
C
omdat je poeders beter kunt oplossen in vruchtensap

Slide 17 - Quizvraag

Een zetpil bestaat uit een vetmassa waarin het geneesmiddel is verwerkt
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 18 - Quizvraag

Een zalfje kun je NIET in de huid wrijven
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 19 - Quizvraag

Op behaarde huid kun je het beste behandelen met een lotion
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 20 - Quizvraag

Als je een zetpil gaat halveren, halveer je hem..
A
snijd je de zetpil in de lengte door midden
B
snijd je de zetpil in de breedte door midden
C
je breekt de zetpil door midden
D
dat mag niet

Slide 21 - Quizvraag

En dan nu...
1. lezen theorie in de module Les 3 Toedieningsvormen
2. maak de opdrachten Les 3 Toedieningsvormen
3. Opdracht 3 heeft een verkeerde site ; www.inhalatorgebruik.nl

Slide 22 - Tekstslide