Tekst 1: Choisissez les mots qui manquent à la ligne 15.
A
Par ailleurs
B
Par conséquent
C
Par contre
D
Par exemple
1 / 25
volgende
Slide 1: Quizvraag
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6
In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Tekst 1: Choisissez les mots qui manquent à la ligne 15.
A
Par ailleurs
B
Par conséquent
C
Par contre
D
Par exemple
Slide 1 - Quizvraag
Tekst 5, vraag 18:
Slide 2 - Tekstslide
« Avez-vous … du zoo ? » (regel 65-66) Vindt Véronique Descharrières dat dat haar en haar medewerkers is gelukt? Antwoord ‘ja’ of ‘nee’ en citeer de eerste twee woorden van de zin of van het zinsdeel waarop je je antwoord baseert.
Slide 3 - Open vraag
maximumscore 1
ja; A mes / nous avons
indien ‘nee’ en juist citaat 0
indien ‘ja’ en onjuist citaat 0
indien ‘ja’ of ‘nee’ zonder citaat 0
Slide 4 - Tekstslide
tekst 8, vraag 25:
Zijn de “boîtes « anniversaire »” van het spel Monopoly volgens de tekst te onderscheiden van de andere dozen? Antwoord ‘ja’ of ‘nee’ en motiveer je antwoord.
Slide 5 - Open vraag
De kern van het juiste antwoord is:
Ja, door de echte biljetten wordt de doos iets dikker (waardoor de (plastic)
verpakking iets vervormt).
Opmerking
De oorzaak moet worden vermeld. Wanneer alleen het gevolg wordt
vermeld, geen scorepunt toekennen.
Slide 6 - Tekstslide
Tekst 9, vraag 27:
Welke conclusie trekt Françoise Héritier in de tweede alinea?
Slide 7 - Open vraag
De kern van het goede antwoord is:
Het verschil in lengte tussen mannen en vrouwen is cultureel bepaald.
Slide 8 - Tekstslide
Welk Nederlands signaalwoord past in regel 56?
Slide 9 - Open vraag
vraag 28
Choisissez le mot qui manque à la ligne 56.
A
car
B
donc
C
mais
Slide 10 - Quizvraag
Vraag 29: Qu’est-ce que Françoise Héritier veut montrer au 4ème alinéa à l’aide de l’expérience américaine ? Elle veut montrer
A
que les bébés de sexe masculin sont en général plus dominants que
ceux de sexe féminin.
B
que les hommes ont tendance à interpréter un même comportement ’une autre manière que ne le font les femmes.
C
que l’interprétation du comportement d’un être humain dépend de son
sexe.
D
qu’en cas de danger un petit garçon réagit de façon plus agressive
qu’une petite fille.
Slide 11 - Quizvraag
Welk Nederlands signaalwoord past op de open plek in regel 97?
Slide 12 - Open vraag
Vraag 30:
Choisissez le(s) mot(s) qui manque(nt) à la ligne 97.
A
Bref,
B
De plus,
C
Donc,
D
Pourtant,
Slide 13 - Quizvraag
tekst 10, vraag 34: Wat stoort de Chinezen het meest volgens de laatste alinea?
Slide 14 - Open vraag
De winkels zijn op zondag gesloten.
Slide 15 - Tekstslide
Tekst 11, vraag 39:
« Laisser les études françaises devenir une pièce de musée » (regel 82-83) Wat moet er volgens de schrijver gebeuren om een dergelijke situatie te voorkomen?
Slide 16 - Open vraag
De kern van het goede antwoord is:
Jonge Engelsen / Engelse studenten Frans laten leren.
Slide 17 - Tekstslide
Tekst 12, vraag 40: Geef van elke bewering aan of deze wel of niet overeenkomt met de eerste alinea.
Slide 18 - Open vraag
Vraag 41
Au 2ème alinéa Sylviane Barthe-Liberge donne une image de ce qu’elle appelle un « narcissique maladif ». Par quoi un narcissique maladif n’est-il pas obsédé selon elle ?
A
L’image que d’autres personnes ont de lui.
B
Le miroir.
C
Les selfies d’autres gens sur les réseaux sociaux.
D
Sa propre image.
Slide 19 - Quizvraag
Vraag 42
Welk Nederlands signaalwoord ontbreekt in regel 57?
Slide 20 - Open vraag
Choisissez le(s) mot(s) qui manque(nt) à la ligne 57.
A
Cependant
B
D'ailleurs
C
En fait
D
Pourtant
Slide 21 - Quizvraag
Tekst 13, vraag 43:
Het grote aantal feestdagen in Frankrijk waarop mensen vrij hebben wordt in de eerste alinea ter discussie gesteld. Welke twee argumenten worden genoemd om het aantal vrije dagen in te perken?
Slide 22 - Open vraag
• De inkomsten liggen twee miljard lager. / Het BNP valt twee miljard
lager uit. / De economie lijdt eronder
• Het katholieke geloof wordt steeds minder beleden. / Er zijn steeds
minder (praktiserende) katholieken
Slide 23 - Tekstslide
vraag 44: Welk Nederlands signaalwoord ontbreekt in de tweede alinea?