In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Koning, Eerste en Tweede Kamer
Slide 1 - Tekstslide
https:
Slide 2 - Link
Waarin verschillen de regering, het kabinet en de ministerraad qua samenstelling?
Slide 3 - Open vraag
kabinet
Regering
de koning
Ministers
staatssecretaris
lid Eerste kamer
Slide 4 - Sleepvraag
De regering
De regering bestaat uit de koning en ministers.
Taken van de koning:
Taken van de ministers:
De ministers zijn verantwoordelijk voor het bestuur van ons land. Dit heet ministeriële verantwoordelijkheid (1848!).
De koning is onschendbaar (art. 42)
Een handtekening plaatsen onder wetten
De troonrede voorlezen op Prinsjesdag
Ministers en staatssecretarissen benoemen
Zich regelmatig laten informeren over het beleid door de minister-president.
Ons land vertegenwoordigen in het buitenland
Het opstellen van wetsvoorstellen
Het uitvoeren van de aangenomen wetten
Leidinggeven
Opstellen van de rijksbegroting
Slide 5 - Tekstslide
https:
Slide 6 - Link
Slide 7 - Video
Taken koning Willem-Alexander
Handtekening onder wetten zetten
Troonrede voorlezen
Kersttoespraak
CDK's, burgermeesters, ministers en staatsecretarissen benoemen
Zich laten informeren door Rutte (het geheim van Noordeinde)
Staatsbezoeken in andere landen
Slide 8 - Tekstslide
De koning heeft vooral een symbolische functie. Weg met de koning!
A
Eens
B
Oneens
Slide 9 - Quizvraag
Voor 40 miljoen op de begroting
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
0
Slide 12 - Video
Wat zijn de controlerende rechten van de Tweede Kamer?
Slide 13 - Woordweb
Wat zijn de wetgevende rechten van de Tweede Kamer?
Slide 14 - Woordweb
Eerste Kamer
Tweede Kamer
Beide Kamers
budgetrecht
recht van interpellatie
75 leden
150 leden
recht van initiatief
Motierecht
Slide 15 - Sleepvraag
Welke twee rechten heeft alleen de Tweede Kamer:
Slide 16 - Open vraag
Welke taak en welk recht worden hier benut door D66?
A
controlerend, interpellatie
B
wetgevend, amendement
C
wetgevend,
initiatief
D
controlerend,
initiatief
Slide 17 - Quizvraag
1848: Grondwet van Thorbecke De rechten van het parlement
Wetgevende rechten
recht van initiatief (alleen de Tweede Kamer)
recht van amendement (alleen de Tweede Kamer)
recht om over wetsvoorstellen te stemmen
budgetrecht
Slide 18 - Tekstslide
De leden van de tweede kamer hebben de volgende rechten om als medewetgever te functioneren:
- Stemrecht: het stemmen over een wetsvoorstel.
- Recht van initiatief: de Tweede Kamer kan zelf wetsvoorstellen indienen.
- Recht van amendement: de Tweede Kamer kan wetsvoorstellen wijzigen.
- Budgetrecht: de begroting kan goed of afgekeurd worden.
Rechten van de Tweede Kamer
Slide 19 - Tekstslide
Om het beleid van een minister te controleren heeft de Tweede Kamer de volgende rechten:
Recht van motie: een uitspraak waarmee ze een minister of staatssecretaris oproepen om actie te ondernemen.
Vragenrecht: de mogelijkheid om schriftelijk vragen te stellen.
Recht van interpellatie: het aanvragen van een debat.
Recht van enquête: een onderzoek instellen.
Rechten van de Tweede Kamer
Slide 20 - Tekstslide
Moties (uitspraken) van het Parlement
Motie van treurnis: besluit van de regering betreuren (zwakke reactie)
Motie van afkeuring: bijstellen van beleid anders 'wantrouwen'
Motie van wantrouwen: tegen minister of gehele kabinet (sterke reactie die leidt tot aftreden)
Slide 21 - Tekstslide
ministers en staatsecretarissen worden soms ook ontslagen...
Weet jij waarvoor?
Mark Harbers van Asiel
Halbe Zijlstra van buitenlandse zaken
Menno Snel van Financiën
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
- Stemrecht: het stemmen over een wetsvoorstel.
- Budgetrecht: de begroting kan goed of afgekeurd worden.
- Recht van motie: een uitspraak waarmee ze een minister of staatssecretaris oproepen om actie te ondernemen.
- Vragenrecht: de mogelijkheid om schriftelijk vragen te stellen.
- Recht van interpellatie: het aanvragen van een debat.
- Recht van enquête: een onderzoek instellen.
Rechten van de Eerste Kamer
Slide 24 - Tekstslide
Meer dualisme of monisme?
Dualisme: De regering (uitvoerende macht) regeert, en het parlement (wetgevende macht) controleert.
Monisme: een overwicht aan regering in verhouding met parlement (machtspositie regering door geïnformeerd ambtenaren en regeringsfracties in de Kamer > alleen uitvoerende macht)
Wat zie jij in deze Coronacrisis?
Slide 25 - Tekstslide
wat is het verschil tussen het monisme en het dualisme?